donderdag 31 december 2015

Ook voor 2016: Vertrouwen

Het jaar 2015 is bijna voorbij, en als ik teruglees wat ik schreef op de eerste dag van dit jaar, ervaar ik dat ik deze tekst ‘Vertrouw op de HEERE met heel je hart, steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken’ uit Spreuken 3 (vers 5,6) ook mee ‘moet’ nemen naar het komende jaar, naar 2016.
Het voelt alsof God mij nog veel meer wilt leren over ‘vertrouwen’.
En hoewel ik best een ander woord zou willen hebben voor het nieuwe jaar, de gevoelens zijn zo sterk, dat ik ze niet kan, en wil, negeren.


Het was opnieuw een bewogen jaar.
Naast wat er in ons gezin speelt, was daar ook mijn strijd wat betreft onze gemeente.
Hoe verdrietig was het om afscheid te nemen van de gemeente waar we zo’n 19 jaar zaten, hoeveel strijd, pijn en moeite heeft het mij(ons) niet gekost om deze stap te zetten.
Hoeveel tranen heb ik niet vergoten om wat eens was, om vervolgens toch ook weer te ontdekken dat God alles gebruikt.
Nee, ik zal nooit zeggen dat dit alles Gods plan was, maar ik geloof wel met heel mijn hart dat God alles wat er gebeurt, kan gebruiken om er iets goeds en  moois uit voort te doen komen.
En dat heeft Hij in dit geval zeker gedaan.
Inmiddels hebben we een plekje gevonden in een andere gemeente, en heb ik ook daar al wel even enkele van mijn gaven en talenten in mogen zetten, maar ik heb me nog nergens aan verbonden.
Na alles is tijd en ruimte voor mezelf even heel erg belangrijk; tijd en ruimte om uit te rusten, en tijd en ruimte om te ontdekken wat Zijn wil is.
Want met het afscheid van de gemeente, is daar ook het afscheid van het Secret Sister Program.
Er was nog een prachtige laatste afsluitingsavond, en …  voorbij …

Met onze VrouwenBijbelstudiegroep sloten we de studie over Identiteit af, en zijn begonnen met een studie over Dankbaarheid, maar o, ook deze overgang had even wat voeten in de aarde, en ook dit had ik bijna opgegeven; verward en vermoeid als ik was door alles wat er gebeurde.
Maar wat ben ik blij en dankbaar dat God mij daarvan heeft weerhouden!
Want, wat hou ik van deze vrouwen, wat zijn ze me kostbaar; wat is deze tijd om samen met hen na te denken en te spreken over Gods woord me dierbaar!
Wat een kostbaar onderwerp en welk een zegen voor mijn eigen leven!

Ach, en zo waren er nog vele andere dingen, verdrietige, moeilijke, pijnlijke, maar ook mooie, verheugende, waardevolle en (zeer) kostbare, waaronder het wonder van genezing dat ik mocht ontvangen.


De woorden van Spreuken 3:5,6 zijn heel wat keren in mijn gedachten en gebeden geweest afgelopen jaar.
Te midden van alle onzekerheden die er weer waren, wilde ik op Hem vertrouwen.
Ik wilde niet mijn wegen gaan, maar die van Hem, maar wat was, en is, het soms moeilijk om te ontdekken wat Zijn wil is.
Soms was het heel duidelijk, maar soms ook in het geheel niet.
Soms was het uiteindelijk niet anders dan een optelsom maken van wat er speelt en op basis daarvan keuzes maken.
Tja, we hebben ook ons gezonde verstand niet voor niets gekregen …

En zo, als het einde van het jaar 2015 is gekomen en ik de balans opmaak, kan ik niet anders dan doen dan in 2016 voortgaan op de ingeslagen weg van het vorige jaar met deze woorden uit Spreuken 3.
Ik heb nog veel te leren; God is (nog lang) niet klaar met mij.
Maar ik verlang ernaar om Hem nog meer te leren kennen, Hem nog meer te leren vertrouwen, Hem te eren door steeds meer en meer aan Hem toegewijd te zijn.
Hem te dienen en groot te maken op de plaats waar Hij mij wilt hebben.
En ik vertrouw erop dat Hij mij zal laten zien waar en hoe.

Lieve Vader in de hemel, 
gekomen aan het einde van dit jaar, leg ik alles in Uw handen.
Al mijn gedachten en mijn gevoelens, mijn gebeden, mijn hoop en mijn verlangens; al mijn vragen en mijn zoeken, al mijn onzekerheden en mijn angsten, alles wat in mij is en in mij leeft, geef ik aan U.
U, die al mijn gedachten kent, ja, mijn diepste roerselen.
Dank U, Vader, dat U bij mij was op elke weg die ik ging, bij elke beslissing die ik nam, bij alles wat ik deed.
Dank U, dat U mij leidde, maar breng mij waar ik mijn eigen wegen ging, terug op de rechte weg, op Uw weg.
Dank U wel, voor Uw trouw, voor Uw liefde, Uw goedheid en Uw genade!
Dank U wel, voor wie U bent!
Heer Jezus, ik hou van U, meer dan ik met woorden zeggen kan.
Hier ben ik …

Met heel mijn hart
wil ik op U vertrouwen,
en niet op wat ikzelf denk
dat goed zal zijn.
Ik wil U betrekken in alles wat ik doe
en in elke beslissing die ik neem,
zodat mijn leven U zal behagen
en tot Uw eer en glorie van zal zijn.              

- Amen -










vrijdag 25 december 2015

Ik gaf wat Mij het dierbaarst is!



Heer, Uw woord klinkt:
‘Want een Kind is ons geboren,
een Zoon is  ons gegeven,
en de heerschappij rust
op Zijn schouder.
En men noemt Zijn Naam
Wonderlijk,  Raadsman,
Sterke God,
Eeuwige Vader,
Vredevorst.’

Mijn kind,
vandaag herdenk en vier je
de geboortedag van Mijn Zoon,
die Ik naar de wereld gezonden heb
tot redding en verlossing,
ja, tot verzoening tussen jou en Mij.
Daartoe heb Ik Hem alle macht gegeven,
in de hemel en op de aarde.
Alles heb Ik aan Hem onderworpen
en Ik heb Hem boven alles verheven
en tot hoofd van de gemeente gesteld.

Alle namen die Hij heeft,
en die staan op getekend in Mijn woord,
zeggen iets over Hem,
over wie Hij is en waarvoor Hij kwam.
Laat alles diep doordringen in je hart;
overdenk het en bewaar het!

Zijn Naam is wonderlijk,
want Hij was mens en God.
Wonderlijk; zie eens naar Zijn werken
en daden!

Ook Raadsman is Zijn Naam,
want Mijn Geest rust op Hem,
de Geest van wijsheid en inzicht,
de Geest van raad en sterkte,
van Mijn kennis.

Hij is één met Mij en draagt zo ook
Mijn Naam: sterke God.
Uit Zichzelf kon Hij niets doen,
maar Hij deed wat Hij Mij heeft zien doen.

Hij is altijd Dezelfde,
gisteren, vandaag en tot in alle eeuwigheid.
Hij is het eeuwige leven
dat Ik aan jullie heb laten zien.
Eeuwige Vader is zo ook Zijn Naam,
en daarom mag jij je veilig
en geborgen weten
elke dag van je leven.

Hij is de ook de Vredevorst;
Hij is Degene die vrede is komen brengen.
Een vrede, die alle verstand te boven gaat.
Hij zegt het je Zelf:
‘Vrede laat Ik bij jullie achter;
Mijn vrede geef Ik jullie,
een andere vrede dan de wereld geeft.
Maak je niet ongerust
en wees niet bang.’

Mijn kind,
laat vandaag zo de betekenis
achter wat je vier deze dag
diep tot je doordringen
en met je meegaan.
Vandaag, en alle dagen
die Ik je schenk.
Put kracht uit Zijn namen
om vol te houden
en verheug je
in wat op je wacht.

En zo, Mijn kind,
herdenk en vier,
want niet de dag doet er toe,
noch de datum,
zolang je het maar doet
tot eer en glorie van Mij!


Naar: Jesaja 9:5; Lucas 2:10,11; Mattheüs 28:18; Jesaja 11:12; Johannes 10:30; Johannes 5:19,20; Hebreeën 13:8; 1 Johannes 1:2; Filippenzen 4:7; Johannes 14:27; Romeinen 14:5,6

maandag 21 december 2015

Kerst- en Nieuwjaarsgroet


Met deze Kerst- en Nieuwjaarsgroet,
bid ik een ieder hele gezegende dagen toe.
Dat dankbaarheid naar Hem, 
om Zijn komst naar deze aarde om ons te redden
en om het vooruitzicht straks voor altijd met Hem samen te mogen zijn,
de boventoon mag voeren,

Ook opnieuw bedankt voor het meelezen dit jaar,
en voor de reacties, ook die via Facebook binnenkwamen.
Ik hoop dat we ook volgend jaar weer met elkaar mogen optrekken.

Een liefdevolle groet,
Rita

zondag 20 december 2015

4e Advent - Voor altijd samen met Hem!



‘… en zó zullen wij altijd samen met de Heer zijn.’

1 Tessalonicenzen 4:17
(NB)


Vandaag is het de vierde Advent.
Nog enkele dagen en dan herdenken en vieren we de geboorte van de Here Jezus.
Maar als ik terugkijk naar de afgelopen weken van voorbereiding, dan omvat Kerst zoveel meer dan alleen de geboorte van Jezus.
Hoe zou ik ooit alleen Zijn geboorte kunnen vieren zonder te  beseffen wat Hij heeft opgegeven voor mij (voor ons!), zonder het kruis achter de kribbe te zien, zonder uit te zien naar wat nog komen gaat?
Als ik dit zo schrijf, bedenk ik mij, dat het eigenlijk voor een ieder die in Hem gelooft iedere dag Advent is en niet slechts deze vier zondagen voor de Kerst.
Advent – Adventus (Latijn) – Komst.
Als ik op Internet wat rondkijk en lees wat er over Advent wordt gezegd, dan is het ook altijd onlosmakend verbonden met de terugkomst van de Here Jezus en als ik hier nog eens goed over nadenk, is het eigenlijk best wel vreemd dat Advent alleen naar voren komt in de weken voor Kerst.
Leven we eigenlijk niet iedere dag (of horen te leven) in de tijd van Verwachten; van Uitzien naar?
Hoort ons leven (als we Hem toebehoren) niet iedere dag zo te zijn, dat we ons voorbereiden op wat komen gaat?

In deze donkere decembermaand schitteren vele lampjes en lichtjes ons tegemoet; de één is daar nog uitbundiger in dan de ander.
In vele tuinen zitten lampjes in bomen en struiken; soms zijn zelfs de huizen met lampjes of lichtsnoeren versierd.
Ook in de winkelstraten wordt in deze maand speciale verlichting opgehangen en als het nieuwe jaar zijn intrede heeft gedaan, verdwijnen alle deze lampjes en lichtjes en januari (en misschien februari ook nog wel) lijkt daardoor donkerder en grauwer dan welke maand van het jaar dan ook.
Even schijnt het licht volop om vervolgens weer voor een jaar in dozen te verdwijnen en met dat deze gedachten zo binnenkomen, vraag ik mij af hoeveel van ‘ons licht’, het Licht dat in ons leeft, mee verdwijnt in de dozen …


Als ik met deze 4e Advent naar Zijn terugkomst word geleid, dan waren er verschillende gedachten die bovenkwamen.
Mijn gedachten gingen naar Openbaring 21, waar ons wordt gezegd dat God Zelf bij ons zal zijn en elke traan van onze ogen zal wissen; er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen verdriet, geen pijn, …
Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; een nieuw Jeruzalem, als een bruid getooid …
Mijn gedachten gingen ook naar de eerste hoofdstukken van Openbaring, waar ons vertelt wordt over alles wat we zullen ontvangen …
Mijn gedachten gingen ook naar alles wat er aan vooraf gaat, maar daar wilde ik me niet op richten, ik wilde kijken naar wat ons wacht, want dat alleen zal ons helpen om vol te houden.
Als we ons alleen maar richten op de verschrikkingen waar de Bijbel over spreekt, dan zou de moed ons in de schoenen zakken.
Nee, Paulus zegt het ons ook, we moeten ons oog gericht houden op de prijs die op ons wacht.
En als dan het moment daar is dat ik bijna achter mijn laptop kruip om te schrijven, word ik boven alles bepaald bij het feit dat er nog iets wordt gezegd, namelijk, dat we voor altijd samen met Hem zullen zijn.
‘Voor altijd samen met Hem’…’
Omvat dit niet alles?
Alles wat Hem en ons volmaakt gelukkig maakt?

Voor altijd samen met Hem betekent:
- eeuwig in Zijn aanwezigheid zijn
-  …  in Zijn nabijheid zijn
-  …  Hem zien
-  …  met Hem leven
-  …  ons in Hem verblijden


Welk LICHT zou daarmee niet iedere dag in ons leven moeten schijnen?
Welk LICHT zouden we niet iedere dag horen te verspreiden in ons vooruitzien naar deze tijd die komende is?
Eigenlijk zouden we (bij wijze van spreke) de lampjes en lichtjes, in en rond onze huizen, gewoon kunnen laten zitten en iedere avond laten branden als teken dat we meer verwachten dan het Kind in de kribbe, namelijk ook de grote Koning, die terugkomt om ons te halen, opdat we voor altijd samen met Hem zullen zijn.


Licht, dat schijnt in de donkere dagen.
Licht, dat ons herinnert aan de prijs,
die we na dienen te jagen.

Licht, dat door niets en niemand is te doven.
Licht, dat voor ons uitgaat, rondom ons is,
en dat ons Hem doet loven.

Licht van Liefde, Licht van Hoop
Licht van de wonderschone toekomst die ons wacht.
Licht, dat ons bij de hand neemt en ons leidt
naar de plaats waar op ons wordt gewacht.



zaterdag 19 december 2015

zondag 13 december 2015

3e Advent - Mijn ogen hebben Uw heil gezien!


‘Door de Geest gedreven ging Simeon naar de tempel. Toen Jozef en Maria het kind Jezus binnendroegen om te doen wat volgens de wet moest gebeuren, nam hij Jezus in zijn armen en God dankend zei hij: ‘Nu kunt U mij, Uw dienaar, in vrede laten gaan, zoals U hebt gezegd. Want mijn ogen hebben Uw heil gezien, het heil dat U gereed houdt voor het oog van alle volken: een licht, voor andere volken een openbaring, voor Uw volk Israël hun glorie.’

Lucas 2:27-32
(GNB)


Want mijn ogen hebben Uw heil gezien …
Het zijn deze woorden die eruit springen, mijn hart raken en bezighouden.
Was het naar de 1e Adventszondag de verwachting en het verlangen van deze Simeon (en ook Hanna) die eruit sprongen, en vorige week het feit dat Jezus, Gods Zoon, Zijn plaats bij de Vader opgaf om mens te worden, een baby nog wel, nu zijn het deze woorden van Simeon: ‘… want mijn ogen hebben Uw heil gezien!’

Simeon was vol van de Heilige Geest, en hem was door de Heilige Geest voorspeld, dat hij niet zou sterven voordat hij met zijn eigen ogen de Messias, die God had beloofd,  zou zien.
En zo was Simeon door de leiding van de Heilige Geest op het juiste moment in de tempel en zag hij Jozef en Maria binnenkomen met het kind Jezus.
En hij nam Jezus in zijn armen en dankte God.


Ik heb dit gedeelte al zo vaak gelezen in mijn leven, maar deze keer beroeren deze woorden mijn hart heel diep en ze brengen mij tegelijk bij het moment in Lucas 1:41 en 42a,  waar Elisabeth Maria’s stem hoort en dat het kind in haar schoot opsprong en zij vervuld werd met de Heilige Geest en sprak.
Ik ervaar van binnen, dat Simeon hetzelfde ervaren moet hebben als Elisabeth op het moment dat hij Jezus zag in de armen van Zijn moeder Maria.
Ik proef zijn vreugde, zijn blijdschap, zijn …, ik kan het juiste woord er eigenlijk niet voor vinden, maar het moet een woord zijn -bestaat het eigenlijk wel?- dat de volheid van alles weergeeft; de volheid van zijn vreugde omdat hij de Beloofde Messias met eigen ogen ziet; de volheid van vreugde, omdat Gods belofte op dat moment wordt vervuld, de volheid van vrede, die bezit neemt van zijn hart, omdat zijn ogen Het Heil hebben gezien.
Immers, de mens kan geen volheid van vrede in zijn hart hebben, totdat hij Jezus –Zijn Verlossing–- heeft gezien en aangenomen.

Het kind in de schoot van Elisabeth sprong op bij het horen van de stem van Maria, de moeder van Jezus; het hart van Simeon sprong op bij het zien van de baby in de armen van Maria.
Elisabeth wist; Simeon wist.
Het is Gods Geest, die als wij ervoor openstaan, als wij verwachten, als wij uitzien, net als Elisabeth en Simeon, ook ons hart zal doen opspringen.
Een open hart, verwachtend en verlangend, uitziend naar.


Simeon omarmde wat God gaf; letterlijk zelfs.
God had hem het voorrecht gegeven om Het Heil te zien en te omarmen.
Oh, wat moet er in deze man zijn omgegaan …
Alles in mij roert zich bij deze gedachte.
En in gedachten zie ik hem voor mij; een man, zijn ogen naar de hemel geslagen, God dankend, lovend en prijzend, voor de vervulling van de belofte.
Zijn ogen hebben het belangrijkste gezien, er was niets dat van meer waarde was in dit leven; alles, ja, alles werd vervuld op dit ene moment, het moment waarop hij Jezus zag en in de armen nam.


‘Nu kunt U mij, Uw dienaar, in vrede laten gaan, zoals U hebt gezegd. 
Want mijn ogen hebben Uw heil gezien,…’

Ik heb door deze woorden Simeon altijd gezien als een oude man, maar met wat de Matthew Henri erover schrijft, besef ik dat dit helemaal niet zo hoeft te zijn.
In mijn eigen woorden weergevend: ‘Hij was klaar om op dat moment te sterven, maar nergens staat inderdaad dat hij ook vlak daarna is gestorven.’
Met dit besef, komt er tegelijk een andere gedachte binnen, namelijk, dat wij, die Jezus hebben aangenomen als onze Heer en Zaligmaker, onze Verlosser, eigenlijk bijna dezelfde woorden kunnen spreken: ‘Nu kunt U mij, Uw dienaar, in vrede laten gaan, want mijn ogen hebben Uw heil gezien,…’
Uw heil …
De Naardense Bijbel spreekt van ‘… Uw reddend werk, dat Gij bereid hebt voor …’
Uw heil, Uw reddend werk: JEZUS.
Dit gezien hebben, is Hem, Jezus, gezien hebben.
Hem gezien hebben, is gezien hebben wie Hij is, waarom Hij kwam, en dat aannemen.
Hem gezien hebben, is Jezus -Zijn Genadegeschenk van Vergeving en Verlossing- in je armen sluiten en opbergen in je hart.
Hem gezien hebben, is, je ogen naar de hemel opslaan en God danken, loven en prijzen om dit grote en ontzagwekkende wonder van Genade dat Hij ons geeft.
Hem gezien hebben, is je leven voortaan leven tot Zijn eer en glorie, met vrede in je hart, in de wetenschap dat wanneer Hij je ook thuis haalt, het goed is, want het is goed tussen Hem en jou, omdat Jezus er tussen staat.

Jezus …

Jezus, die de gestalte van God had, en een baby, een hulpeloos en afhankelijk wezen, werd.
Jezus, mens geworden, en onder ons komen wonen; in alles aan ons gelijk geworden.
Jezus, die opgroeide tot een man, die gehoorzaamheid leerde.

Jezus …

‘Een man, getekend door lijden.
Een man, die weet wat pijn is.
Een man, voor wie men de ogen sluit; verguisd en niet in tel.
En toch:
Hij heeft onze ziekten gedragen, al ons leed op Zich genomen.
Maar wij zegen Hem als een uitgestotene, door God geslagen en vernederd.
Om onze zonden werd Hij doorboord, onder onze schulden vermorzeld.
De straf die Hij onderging,bracht ons de vrede; 
de wonden die Hij opliep, brachten ons genezing.
Wij liepen verloren als schapen, ieder van ons ging zijn eigen weg.
Maar de Heer heeft Hem gestraft, op Hem kwam de schuld neer,
de schuld van ons allen.

Gewillig liet Hij Zich mishandelen, geen woord kwam over Zijn lippen.
Hij hield Zich stil, als een lam op weg naar de slachtbank,
 als een schaap onder de handen van zijn scheerders.
… ’

Lees meer: >> Jesaja 53 


                  >>  Mattheüs 25 vanaf vers 31 …  
                  >>  Marcus 13 … 
                  >>  Lucas 21 vanaf vers 5 … 
                  >>  Johannes 17… 


Mijn ogen hebben Uw heil gezien …

Ik sluit mijn ogen en in gedachten
aanschouw ik het tafereel dat zich
op mijn netvlies ontvouwt.

Een man, die een baby in zijn armen neemt,
zijn ogen opslaat naar de hemel en God dankt;
zichtbaar is hoeveel hij van dit Kind houdt.

Op zijn gezicht ligt een onaardse glans,
een vreugde en intense dankbaarheid,
waarneembaar voor een ieder die het aanschouwt.

Ik hoor de woorden die hij spreekt:
‘… mijn ogen hebben Uw heil gezien’;
het is alsof iets zich in mij openvouwt.

Het wonder van het Geschenk van Genade
wordt in al haar volheid blootgelegd,
en de rijkdom opnieuw aan mij toevertrouwd.

‘Mijn ogen hebben Uw heil gezien …’
Onbeschrijflijk is de diepe vreugde,
die zich in mijn hart ontvouwt.

Het brengt me bij jou. Ken jij Hem al?
Ken jij deze vreugde, deze vrede, diep in je hart;
hebben jouw ogen Zijn heil al aanschouwd?

Heb jij Zijn Geschenk van Genade al aangenomen?
Heb jij door de wegen die Hij ging voor jou,
al gezien hoeveel Hij van je houdt?



zondag 6 december 2015

2e Advent – Het schrille contrast …

Vorige week zondag had ik al aangegeven dat Advent een tijd van voorbereiding is, van verwachten, van uitzien naar.
Een tijd van bezinning, overdenken, stil worden, luisteren, zoeken, en het bracht mij nu bij het schrille contrast tussen wat was en wat het werd.


De laatste jaren lijkt het alsof het met Kerst meer draait om de hoeveelheid aan versieringen en eten dan om de boodschap, om Het Kind dat geboren is.
Ik ga, en wil niet zeggen dat het niet goed is, maar mij treft steeds meer het schrille contrast met de werkelijkheid.
Er was niets moois of romantisch rond Zijn geboorte; Hij had niet eens een fatsoenlijk dak boven Zijn hoofd of een mooie wieg om in te liggen.
Het enige plekje dat Jozef en Maria nog konden vinden om hun vermoeide lichamen tot rust te laten komen, was een stal, en daar is Hij, in de stilte van de nacht, geboren.
Kleertjes hadden ze niet, dus werd Hij in doeken gewikkeld; een wiegje was er ook niet, slechts een voederbak voor de dieren, en dat werd zo Zijn eerste bedje.

Hoe schril is ook niet het contrast met waar Hij vandaan kwam …
Hoe onvoorstelbaar is het eigenlijk niet, dat Hij in de buik van Maria groeide en als een baby ter wereld kwam …
En dat is waar ik merk dat God mij brengt, bij dit schrille contrast, bij dit onvoorstelbare gebeuren; bij wie Hij was, en bij wie Hij werd.


‘In het begin was het Woord. Het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is er niets ontstaan. In het Woord was leven, en dat leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet kunnen doven.
Johannes 1:1-5

‘Hij had de gestalte van God, maar heeft Zich niet willen vastklampen aan Zijn gelijkheid met God. Hij heeft Zijn grootheid opgegeven door de gestalte van een slaaf te aanvaarden en aan mensen gelijk te worden. Hij leefde als een mens en Hij vernederde Zich door gehoorzaam te worden tot in de dood, de dood aan een kruis.’
Filippenzen 2:7,8

‘… met de glorie(heerlijkheid) die Ik had bij U, voor de wereld bestond.’
Johannes 17:4

‘…, maar de eniggeboren Zoon, zelf God, die rust aan het hart van de Vader, …’
Johannes 1:18


Hoe indrukwekkend is het om deze verzen te lezen.
Het maakt mij stil als ik ze lees en herlees, en probeer de diepte van de betekenis tot me door te laten dringen.
Welk een uitzonderlijke plek had Jezus niet bij Zijn Vader!
Hoe onvoorstelbaar was Zijn grootheid, hoe adembenemend Zijn heerlijkheid, hoe onaantastbaar Zijn plaats aan het hart van de Vader, of in de schoot van de Vader, zoals andere vertalingen zeggen …

Hij, Jezus, was het Woord, het Woord waaruit alles is ontstaan.
Het Woord …  bij God, was God.
In het Woord leven, en het leven weer licht ...

Wie van ons zou ooit, als hij/zij zo’n soort positie had, die vrijwillig opgeven?
En dan hebben we het niet over dat Hij iets opgaf voor een belangrijk persoon of zo, nee, maar voor mensen die ondankbaar zijn, ontevreden, hebberig; die mopperen en klagen, bitter zijn en vol haat en venijn; egoïstisch zijn en alleen zichzelf zoeken …
Kortom, zondige mensen; mensen, die vanuit zichzelf niet eens instaat zijn om Hem lief te hebben zonder dat Hij hen eerst heeft liefgehad.
Er was in wezen geen enkele reden waarom Jezus dit alles ook maar op had hoeven te geven.
En toch was dit wat Hij deed; … en …  vrijwillig …

Dat Hij dit alles vrijwillig opgaf, is nog maar één onvoorstelbaar iets, het andere is dat Hij daarnaast ook nog eens  bereid was om mens te worden.
En dan niet zo maar mens, een volwassen man met de status en alles wat daar bij hoort en die Hij eigenlijk verdiend, nee, Hij was bereid om vanuit de heerlijkheid die Hij bij Zijn Vader had, klein te worden als een ongeboren baby, die in het donker in de buik van een vrouw groeit, totdat hij groot en sterk genoeg is om geboren te worden.
Hoe onvoorstelbaar is dit eigenlijk wel niet?!
Hebben we daar weleens echt bij stil gestaan; de diepte en de reikwijdte daarvan tot ons door laten dringen?
Jezus, de Zoon van God, die de aarde als voetbank heeft, ruilde de  heerlijkheid die Hij had bij Zijn Vader in voor het duister van een baarmoeder!
Jezus, die de gestalte van God had, werd een baby, een hulpeloos en afhankelijk wezen.

'Het Woord is mens geworden en is onder ons komen wonen.’ - Johannes 1:14
Hij is mens geworden;  mens in de diepste betekenis van het woord!


‘God stuurde de engel Gabriël naar Nazareth, een stad in Galilea, naar een jonge vrouw die aan een zekere Jozef uitgehuwelijkt was. Jozef stamde af van koning David. De vrouw heette Maria. De engel ging haar huis binnen en zei tegen haar: ‘Ik groet u, u die de gunst van de Heer geniet, de Heer is met u.’ Bij deze woorden raakte Maria in verwarring en zij vroeg zich af wat die woorden mochten betekenen. ‘Wees niet bang, Maria,’ vervolgde de engel, ‘God schenkt u Zijn gunst. Luister: u zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, en u moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Hij zal de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van Zijn voorvader David geven; Hij zal regeren over de nakomelingen van Jacob, voor altijd; aan Zijn koningschap zal geen einde komen.’ Maria zei tegen de engel: ‘Hoe zou dat kunnen? Want ik heb geen gemeenschap met een man.’ De engel antwoordde haar: ‘De Heilige Geest zal over u komen, de kracht van de Allerhoogste zal u als een schaduw bedekken. Daarom zal het Kind aan God gewijd zijn en Zijn Zoon worden genoemd.’
Lucas 1: 26-3

En wat nog het meest onvoorstelbaar is, is dat Hij dit vrijwillig deed in de wetenschap dat Hij de meest gruwelijke dood zou sterven!


Heer, woorden schieten mij te kort
om U te bedanken voor wat U
voor ons, voor mij, hebt gedaan.
Dat U Uw heerlijkheid opgaf,
klein als een baby wilde worden,
de weg van de minste wilde gaan.

Het gaat mijn voorstellingsvermogen
ver te boven, Heer, om de diepte
en de reikwijdte daarvan te beseffen.
Ik kan niet anders dan voor U knielen
en mijn handen vol dank en eer,
en diep ontzag, naar U opheffen.



zaterdag 5 december 2015

De spiegel der waarheid!

 Woord van de maand
Door: Tjitske Meijer

En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; 
ziet toe, word niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, 
maar nog is het einde niet. 

Mattheüs 24:6


Hebben wij ons wel eens verwonderd wat er is gebeurd tussen goed en kwaad?
Wat is waarheid?
Wanneer je niet goed kunt omschrijven wat waarheid is dan kun je niet het verschil tussen goed en kwaad bepalen.
Alles wat er zich op dit moment in deze wereld afspeelt bracht mij weer terug naar het thema waar ik in 2014 over sprak op een vrouwenconferentie 'HET LIGT NIET AAN MIJ'.
Een thema waar je alle kanten mee op kunt.
Het roept van alles bij je op.
Zowel God als de mens kan zeggen: 'Het ligt niet aan mij!'

We horen van oorlogen, honger, ziekte, geweld, verkrachtingen, slavernij, terrorisme, antisemitisme, vervolgingen, duizenden vluchtelingen die proberen Europa binnen te komen, gruwelijke terreuraanslagen, gezinnen die totaal ontwricht zijn, huwelijken en relaties die massaal stuk lopen, kindermishandeling en huiselijk geweld, enz.
Maar wie geven we dan de schuld wanneer we zien dat het helemaal uit de hand loopt?

Basilia Schlink, een vrouw met een profetische stem en diep inzicht in de gebeurtenissen die ons te wachten staan schreef hier al over in 1992.
Zij overleed in 2001 op 97 jarige leeftijd.

Wie krijgt de schuld van de rampzalige toestand waarin onze wereld verkeert: God, die de eeuwige liefde is!
Hoewel men Hem dood verklaart, belachelijk maakt, veracht en niet serieus neemt, wordt Hij voor alle ellende aansprakelijk gesteld.
De eeuwige God, de goddelijke majesteit, heeft meestal gezwegen bij onze aanklachten.
Hij hoeft ons ook niet te antwoorden.
Maar als Hij ons eens ter verantwoording zou roepen, zouden we Hem 'niet één op duizend
kunnen antwoorden' (Job. 9:3.)
Hij zou ons op de eigenlijke oorzaken van alle ellende wijzen en ons 'de Spiegel der
Waarheid' voorhouden!

U hebt Mijn geboden verworpen u hebt ze ongeldig verklaard.
In Mijn geboden staat geschreven: 'Gij zult niet doden'; zolang zij als geldig beschouwd werden konden terrorisme en chaos niet hun triomftocht onder de volkeren beginnen en u niet met huivering en ontzetting vervullen.
U bent het, die deze ellende teweeg gebracht hebt en nu bent u het die het in wanhoop uitschreeuwt.

Hebt u in de massamedia de misdaad niet verheerlijkt?
Was u het niet die talloze horrorfilms hebt geproduceerd en aan dit kwaad hebt meegewerkt door ernaar te kijken en er niets tegen te doen?
U hebt tweedracht gezaaid tussen leerlingen en leraars, tussen kinderen en ouders en tussen man en vrouw door afschaffing van het vijfde gebod: 'Eer uw vader en uw moeder' en het zevende gebod: 'Gij zult niet echtbreken', geboden die Ik u heb gegeven.
U hebt Mijn geboden verworpen en de voorkeur gegeven aan antiautoritair gedrag en een vrije moraal en satanische rockbands welkom geheten .

Hoe actueel werden de woorden waarnaar de bezoekers van het theater Bathacian in Parijs in de laatste ogenblikken van hun leven naar luisterden en meezongen.
Op het moment dat de terroristen schietend binnenkwamen, speelde de rockband 'Eagles of Death Metal' een van hun oude composities, 'Kiss the Devil', van hun album 'Peace Love & Death Metal'.

De Bijbel spreekt van de eindtijd als een tijd van benauwdheid, onrusten etc.
De radeloosheid zal toenemen, ook omdat er geen oplossingen zijn voor de steeds maar toenemende ellende van deze tijd.
Het is het resultaat van het ongeldig verklaren van Gods geboden.
Zijn geboden alleen brengen verlossing, vrede en zegen en dat zou ons ten deel zijn gevallen als we Zijn geboden hadden gehouden.
Maar wij hebben Zijn geboden veracht, die goed en heilig zijn.
Gods oordeel is onvermijdelijk.
In zijn smartelijke toorn heeft God geen andere keus, maar de schuld ligt alleen bij de mens zelf.

Tot slot wil ik jullie aanmoedigen met deze woorden: Laat angst je leven niet regeren door wat je allemaal ziet rondom je heen.
Wees waakzaam versterk elkaar en bid voor elkaar opdat we staande zullen blijven.
Bid niet alleen voor elkaar maar ook voor alle vluchtelingen, en bid ook voor de goddelozen, want ook zij zijn in wezen vluchtelingen!
Bid dat zij de Waarheid willen horen en aannemen, dat zij gaan inzien dat Jezus Christus hun enige redding is!


Hartelijke groet,
Tjitske