vrijdag 31 mei 2013

Vaders woord

Misschien ken je de boekjes nog wel, 'Klaarover' en 'Mijn herder'.
Ooit uitgegeven door Rouw - Kinderdijk.
Van deze twee boekjes die ik nog heb, weet ik alleen niet meer of ze nog van mijzelf zijn, of eentje ervan, of dat ze van mijn jongste broertje waren.
In ieder geval ben ik er heel zuinig op, want er staan een paar mooie verhalen in.
Ja, ze zijn weliswaar voor kinderen, al kun je je dat misschien haast niet voorstellen als je naar het taalgebruik kijkt, maar ach, als het om verhalen gaat, ben ik net een klein kind.
Met de kerstfeestvieringen op de lagere school van onze kinderen weet ik niet wie er meer genoot van de verhalen, zij of ik.
Hoewel Rouw - Kinderdijk niet meer bestaat, maar is overgenomen door Stg. ‘Uit het Woord der Waarheid’, is het boekje 'Mijn herder' opnieuw door hen bewerkt en uitgegeven.
'Klaarover' echter niet.

Nu staan er in deze boekjes een paar verhalen ( verhaaltjes) die ik graag wil doorgeven.
In het boekje 'Mijn herder' staat mijn favoriete verhaal, maar daar dat best veel werk is om over te typen en ik een beetje krap in mijn tijd zit op dit moment, even een kort verhaaltje uit 'Klaarover'.

De paar verhalen uit deze boekjes die ik de komende tijd op mijn site zal plaatsen heb ik met toestemming van deze Stichting overgenomen.
Respecteer dus de toestemming en kopieer deze verhalen niet, tenzij jezelf toestemming van hen hebt ontvangen.


Vaders Woord


In een school in New York werd een poosje geleden brandalarm geblazen.
Allen werden bang, een paniek ontstond en bij het dringen naar de uitgangen werden veel schoolkinderen gewond.
Een onderwijzeres sprong zelfs uit het raam van de eerste verdieping.
Er was er maar één, een meisje, die rustig en stil op haar plaats bleef zitten.
Haar gezichtje was wel erg bleek, haar lippen trilden en haar ogen stonden vol tranen, maar zij bleef onbeweeglijk op haar plaats.
Gelukkig bleek het niets ernstigs te zijn en spoedig was de orde hersteld.

Toen alle leerlingen weer op hun plaats zaten, vroeg men het meisje hoe het toch kwam dat zij bij al die angst en schrik zo rustig was gebleven.
'Mijn vader', antwoordde ze, 'is brandweerman en hij heeft mij gezegd, dat als er eens brandalarm in de school zou komen, ik rustig op mijn plaats moest blijven zitten.'

Wat had dat kind een groot geloof in wat haar vader gezegd had!
Wat vertrouwde ze vast op haar vader!

Wij kunnen het ook weleens moeilijk hebben.
Erge dingen kunnen gebeuren in ons leven.
Maar God is, wanneer wij bekeerd zijn, onze hemelse Vader.
Hij heeft beloofd dat Hij ons zal helpen en dat Hij ons nooit vergeet..

Zullen wij dan met een sterk geloof, ook als het moeilijk is, op Hem blijven vertrouwen?


Met toestemming overgenomen uit: ‘Klaarover’
Evangelie-Lektuur
© www.uhwdw.nl

Zie: Boekinfo

donderdag 30 mei 2013

Oeps, vergeten ...

Tja, zo heb je niets te doen, nou ja, heel weinig, en zo lopen er verschillende dingen naast en door elkaar.
Morgenochtend gebedsochtend voor de Vervolgde Vrouwen.
De eerste vergadering voor de Kerstavond voor Vrouwen is gepland.
Ik ben druk bezig met de voorbereidingen voor een nieuw project voor vrouwen bij ons in de gemeente, waar ik nog niets over kan zeggen omdat ik nog met de voorbereidingen bezig ben.
200 hartjes haken voor …
Oeps, mag ik ook nog niet zeggen, ze moeten in ieder geval volgende week een donderdag af zijn.
En donderdag is mijn schrijfdag voor het stukje op ‘In rust met U’, met vrijdag als extra voor het geval ik meer tijd nodig heb of donderdags nog iets wat echt niet op een andere dag kon worden gepland.

In mijn agenda stond het allemaal goed.
Ik had nog tegen Francis gezegd ‘tot donderdagmiddag’.
Ik had in mijn planning nog opgenomen, dat ik na de vergadering daar vlakbij mooi boodschappen kon doen.
Alles paste keurig in elkaar, alleen …
Tja, alleen dan moet je er wel aan denken.

Vanmorgen keurig zoals gepland begonnen aan mijn stukje.
Hoewel ik een heel eind kwam, je zou het zelfs ook klaar kunnen noemen, toch wist ik het nog niet helemaal zeker, dus, zoals ik dan wel vaker doe, ging ik vast op weg om boodschappen doen.
Even totaal wat anders doen, helpt mij dan om mijn hoofd leeg te maken zodat ik er weer fris tegenaan kan kijken.
Ik pakte mijn boodschappentas en krat, deed Jaylinn in de bench en stapte in mijn autootje.
Terwijl ik op weg ging naar de winkel in het nabijgelegen dorp, schoot het ineens in mijn gedachten, pang: ‘Vergadering voor de kerstavond voor Vrouwen bij Theresa!’
O help, die was ik helemaal vergeten.
Ik was zo met mijn hoofd in mijn schrijven blijven steken, dat ik het totaal vergeten was.
Wat nu?
Ik had me niet voorbereid.
Ik had niets bij me, geen pen, geen papier; nou ja, die zal Theresa vast wel voor me hebben.
En, o, o,  ik wist ook niet waar ze woont; Theresa doet voor het eerst mee met de organisatie.
Bijzonder was wel dat ik op het tijdstip wegging om boodschappen te doen, terwijl ik anders ook op dat tijdstip weg zou zijn gegaan naar haar huis, waar we bij elkaar zouden komen.
En ze woont ook in het dorp waar ik mijn boodschappen wilde gaan doen.
Bijzondere dingen eigenlijk, maar ja, de vraag blijft echter wel: maar waar?

Naar huis gaan was geen optie, dat zou te lang duren.
Francis maar bellen, die zal er vast al wel zijn.
Eén keer gebeld, tweede keer gebeld, …
Allebei de keren voicemail.
Zucht.
Wat nu?

Ondertussen rij ik het bewuste dorp binnen en rijd door richting de winkels.
Zal ik dan maar gewoon eerst boodschappen doen en daarna als ik weer thuis ben even bellen?
Of zal ik Francis nog een keertje proberen te bellen?
Of?
Ik rij langs de straat waar we bijna altijd onze gebedsochtend voor Open Doors, voor de Vervolgde Vrouwen hebben.
Magda!
Zal Magda thuis zijn?
Zal ik bij haar langs gaan en op de adressenlijst van onze gemeente kijken waar Theresa woont?
Hi, hi, Magda zal wel denken, je bent een dag te vroeg hoor!
Het is morgen pas gebedsochtend.
Geen slecht idee, vind ik zelf en ik neem de hele rotonde en rij terug naar de straat waar Magda woont.
Ik leg haar de situatie uit en al snel heb ik het adres van Theresa.
Samen lachen we nog wat en snel rij ik naar mijn plaats van bestemming.
In de auto zie ik dat Francis inmiddels mij heeft geprobeerd terug te bellen, maar ik laat het telefoontje voor wat het is en binnen vijf minuten ben ik waar ik wezen moet.

Na mijn verhaal te hebben gedaan, kom ik eerst even bij met een lekker bakkie koffie.
En vervolgens worden we stil en kom ik tot rust als we gaan bidden en de vergadering in Zijn handen leggen.
Nee, ik had niets voor kunnen bereiden en ik had ook niets bij me, maar Gods Geest leidt toch wel, dat hebben we gemerkt.
En de grote lijn voor de Kerstavond voor Vrouwen 2013 ligt klaar.
Tot na de vakantie kan een ieder van ons hier zeker mee aan de slag.
Van binnen borrelt het al bij mij, zoveel kwam er vanmiddag al op tafel.
Mijn handen jeuken om er al mee aan de slag te gaan.
Nieuwe ideeën kwamen onder het eten koken alweer in mij op.

En nu zit ik hier achter mijn bureautje aan mijn laptop met een hart vol dankbaarheid en vreugde om wat God heeft bewerkt vanmiddag.
Maar ook voor wat nog komen gaat.
Want o, het nieuwe project, daar kijk ik toch ook zo naar uit om dat te mogen introduceren.
Mijn hart klopt vol verwachting.
Ik kan haast niet wachten.

Tja, zo heb je niets te doen en zo …
Nog even denk ik terug aan de jaren die zijn geweest en waarin grotendeels door mijn angst totaal geen ruimte was voor iets anders dan mijn gezin, mijn  huis en familie.
En zie nu?

Ach, ik kan hier dan toch ook immers niet anders zitten dan met een blij en dankbaar hart.


Een vreugdevolle glimlach
ligt stilletjes om mijn mond,
terwijl er uit diepe dankbaarheid
een lied in mijn hart opkomt.

‘Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer, mijn God,
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer, mijn God,
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!’
 

woensdag 29 mei 2013

20e oma-dag

Met een big smile op haar toet en uitgestoken armpjes kwam mijn lieve meiske gistermorgen om kwart over zeven weer binnen.
Ik had haar nog niet overgenomen op mijn arm of ze zwaaide al naar haar vader: dag, dag ...
Tja, daar kan je het dan als vader  mee doen de rest van de dag.
Gelukkig is het eind van de dag zodra ze haar papa ziet ook weer: dag, oma, dag, dag ...
Maar heerlijk is het, dat kleine kinderlijfje in je armen in een stevige omhelzing.
Welk een groot wonder, elk mensenkind opnieuw.

Vorige week had mijn man het uit de andere zaak overgebleven kindertafeltje en de bijhorende krukjes meegenomen.
Toen kwamen ze al goed van pas met drie kleine kids over de vloer, maar Naomi is er ook helemaal weg van.
Ik had er nog niet eens aan gedacht, maar madammeke had ze al gezien en maakt oma duidelijk dat ze er graag mee wilde spelen..
Dus oma maar gauw het tafeltje en de krukjes neergezet.
Gister heeft ze het tafeltje en de krukjes maar één keer gebruikt  waarvoor ze zijn bedoeld, de rest van de dag is ze druk bezig geweest met het 'verhuizen' van haar meubilair.
Ik hoop voor haar toekomstige man dat ze het later niet zo vaak zal doen als ze gister heeft gedaan.
Daar wordt hij vast niet vrolijk van.
Ha, ha.














Voor ze echter aan het 'verhuizen' sloeg, had ze toch eerst een heel gezellig momentje samen met Jaylinn en gebruikte ze het tafeltje en de krukjes zoals bedoeld.
Nou ja, bijna.
Een hond hoort er geloof ik toch niet helemaal zo bij te zitten, dacht ik.
Een mooi plaatje is het wel.

Naast onze wandelingetjes, waar we die dag natuurlijk van genoten met zulk mooi weer, en opnieuw een Naomi die zich in de bench opsloot, was het, op een kleine kopstoot van Naomi tegen de onderkant van de tafel aan, weer een heerlijke dag.
Jaylinn vond het gister wat minder; die zocht een rustig plekje om te slapen, maar vond er geen totdat De rest van de avond lag ze grotendeels op een kussen op de bank bij te komen van een toch wel enerverende dag met grijpgrage knuistjes.

maandag 27 mei 2013

Liefdevol en trouw

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (82)

Het is goed om te verkondigen hoe liefdevol en trouw U bent.

Psalm 92:4 (in andere vertalingen vers 3)


Iedere dag kijk ik even bij Manna-Vandaag naar het persoonlijk woord van God voor jou voor vandaag.
Hier kun je je naam in vullen en de Bijbeltekst wordt persoonlijk gemaakt door je naam erin te verwerken, zeg maar.
Misschien ken je het wel.

Voor vandaag stond er:

Rita, misschien kun jij vandaag verkondigen hoe liefdevol en trouw IK ben. Psalm 92:3,4

De deur ben ik vandaag niet verder uit geweest dan even een rondje met Jaylinn, maar toen ik vanavond weer even achter mijn laptop kroop, schoot het woord van vanmorgen me weer te binnen en ik ben er even voor gaan zitten om vanuit de Psalmen op te schrijven hoe liefdevol en trouw God is.
Dat wil ik toch graag doorgeven en dat kan ook hier en op deze wijze.

HEER, vertellen wil ik hoe liefdevol en trouw U bent,
want dat is goed.
Uw leiding is niet alleen vol liefde,
maar ook betrouwbaar
voor een ieder die zich houdt
aan Uw verbond en geboden.
Als wij ons tot U richten,
beschermt U ons liefdevol
als een schild.
Uw liefde reikt tot in de hemel,
Uw trouw tot in de wolken.
Gerechtigheid heeft U lief, HEER,
en wie U trouw zijn,
laat U niet in de steek.
U beschermt hen, altijd.
Ik wil niet zwijgen, HEER,
over hoe goed U bent.
Hoe liefdevol en trouw,
en hoe U uitkomst brengt.
De eer komt U toe, HEER, aan U en U alleen,
want U bent liefdevol en trouw.
Uw liefde wil ik bezingen,
openlijk aan iedereen vertellen
van Uw trouw steeds weer
en aan elk nieuw geslacht.
En dit zal ik U toezingen:
Uw liefde is standvastig,
Uw trouw onwankelbaar als de hemel!
Uw liefde is overweldigend
en eeuwig is Uw trouw!
Halleluja.

- Amen -

Ja, het is goed te vertellen hoe liefdevol en trouw U bent.

Naar: Ps. 25:10; Ps. 5:13; Ps. 36:6; Ps. 37:28; Ps. 40:11; Ps. 115:1; Ps. 89:2,3; Ps. 117:2;
 Ps. 92:3

Ps. Zowel op hier als op mijn oude 'Into Your Hands', staan persoonlijke getuigenissen van hoe liefdevol en trouw God is.
Ook mijn gedichten vertellen van Zijn liefde en trouw.

zondag 26 mei 2013

Ik sterk en help je!

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (81)

Vrees niet, want Ik ben met u;
zie niet angstig rond, want Ik ben uw God.
Ik sterk u, ook help Ik u,
ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand.

Jesaja 41:10

Is het al geweldig om te mogen weten dat God bij ons is, Hij laat het daar niet bij.
Ook belooft Hij ons te sterken en te helpen.
Ja, te ondersteunen met Zijn heilrijke rechterhand.
Steeds opnieuw komen deze woorden, in of met dezelfde strekking, via de Bijbel tot ons.

Psalm 31:25:
Wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken, u allen die op de HEERE hoopt!

Psalm 89:22:
Mijn hand zal hem doen standhouden, ja, Mijn arm zal hem sterk maken.

Jesaja 58:11:
En de HEERE zal u voortdurend leiden, Hij zal uw ziel in dorre streken verzadigen, uw beenderen kracht geven; u zult zijn als een bevloeide tuin, als een bron waarvan het water nooit ontbreekt.

Psalm 18:7:
In mijn nood riep ik de HEERE aan, ik riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis, mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.

Psalm 121:1,2:
Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.
Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.

Psalm 121:5:
De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand.

Psalm 118:15b,16:
De rechterhand van de HEERE doet krachtige daden, de rechterhand van de HEERE is hoogverheven, de rechterhand van de HEERE doet krachtige daden.

Het zijn geen loze woorden en beloften, God doet wat Hij zegt.
Hij is een betrouwbaar God.
En God verlangt ernaar dat we deze woorden aannemen, proclameren als het ware er op gaan staan; ook als het tegen alles wat we voelen ingaat.
Gods woorden zijn niet gebaseerd om gevoel, maar op waarheid.
God zegt het, dus het is zo.

Ik zeg niet dat dit makkelijk is om te doen, dat zou ik niet durven.
Ik weet immers uit ervaring welk een worsteling het vaak is.
Maar ik heb ook gemerkt, dat als ik hardop en gefocust Gods woord als een proclamatie uitspreek, mijn gevoelens veranderen.
En ik ervaar hoe rust en vrede, verwondering, kracht en sterkte, mijn hart binnenkomen.
En ik weet: Ja, het is werkelijk Zijn rechterhand die mij ondersteunt.


Ik ben bij je,
ja, heel dicht bij jou
alle dagen van je leven.
In voor- en in tegenspoed
ben Ik bij jou.
Als jij niet meer kunt,
zal Mijn rechterhand
jou ondersteunen
tot je krachten weer zijn
herstelt.
Wees toch niet bang!
Vertrouw Mij!
Mijn woord is ja en amen.
Ik ben betrouwbaar
en rechtvaardig.
Als Ik zeg
dat Ik je helpen zal,
dan doe Ik dat.
Als Ik zeg
dat Ik sterken zal,
dan doe Ik dat.
Als Ik zeg
dat Ik je ondersteunen zal,
dan doe Ik dat.
Alles wat Ik zeg,
doe Ik.
Wees dus niet bang,
maar vertrouw Mij.
Vertrouw Mij!

vrijdag 24 mei 2013

Ik ben bij je!

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ... (80)

'Ik zal er zijn, Ik ben bij je!'
antwoordde de Heer.

Exodus 3:12

Vandaag het stukje voor op 'In rust met U' voor as. zondag afgemaakt.
Er ging nog veel tijd in zitten en dan vind ik het daarna heerlijk om gewoon even ontspannen wat rond te kijken in mijn mappen met oude stukjes en ik stuitte daar op iets dat ik ergens in 2011 heb geschreven en wat ik graag met je wil delen.
Het getuigt tegelijk van hoe groot en indrukwekkend God is.

Heer,
Uw woord klinkt:
Ik ben met je alle dagen.
In alles wat je doet
ben Ik bij je.
Geen moment laat Ik je alleen;
nog geen fractie van een seconde
ga je zonder Mijn aanwezigheid.
In Mijn Goddelijke kracht en nabijheid
mag je je wegen gaan,
je werk doen.
Vanuit dit woord
mag je leven.
Waak ervoor dat je geen dingen doe
die Mijn aanwezigheid
zullen verduisteren,
waardoor je uit eigen kracht
ga leven en werken.
Mocht dat toch gebeuren,
kniel dan bij Mijn voeten,
belijd en Ik zal vergeven
en je zult opnieuw
Mijn woorden horen:
Ik ben met je alle dagen.

Heer, als ik zo kom in Uw aanwezigheid vanmorgen; Uw aangezicht zoekt, Uw woord lees, dan wordt het stil in en om mij heen.
De geluiden van de wereld zijn er nog steeds, maar de stilte is een stilte die gevuld is met een rust en vrede die het komen in Uw nabijheid brengt.

Opnieuw klinkt Uw woord: 'Ik ben bij je!'

U zei het tegen Mozes toen U hem de opdracht gaf om naar de Farao te gaan om Uw volk vrij te pleiten.
U gaf hem deze belofte, zoals de Here Jezus deze belofte ook aan ons gaf.
'Ik ben bij je!'

Ik sluit mijn ogen en ervaar de diepe vrede en rust van Uw tegenwoordigheid van waaruit het Uw wil is dat wij zullen leven.

'Ik ben bij je!'

Vanuit dit woord, vanuit deze belofte mag ik leven en werken; de dingen doen die
gedaan moeten worden of die van mij gevraagd worden.
Vanuit deze belofte wilt U dat wij gaan, ook als wij het moeilijk hebben; door het duister gaan en niet weten waar het einde van de donkere tunnel is.
Vanuit deze woorden, deze belofte 'Ik ben bij je!' mogen wij doorgaan, ook al is onze weg onzeker en beangstigend.

In welke situatie we ons ook bevinden, vandaag en iedere dag opnieuw, legt U Uw hand op onze schouder en zegt: 'Ga maar, Ik ben bij je!'

donderdag 23 mei 2013

Ik heb het gedaan en Ik blijf het doen

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (79)

'Ik droeg je vanaf je prilste bestaan,
Ik nam je op de arm vanaf je geboorte.
En Ik blijf je dragen,
tot je oud bent en grijs.
Ik heb het gedaan en blijf het doen:
Ik neem je op de schouders,
Ik red je.'

Jesaja 46:3b,4

Wat een geweldige tekst, vind je ook niet?
O, ik vind hem zo bijzonder, en ook zo bemoedigend.
Maar tegelijk getuigt het ook van Zijn grootheid, want er is immers niemand die dit kan doen.
Maar Hij wel.
God, onze Schepper, en onze Vader.

Het leven is niet altijd even lief voor ons en ook het ouder worden brengt haar eigen problemen en zorgen weer met zich mee.
Wat is het dan geweldig om te mogen weten dat God ons op Zijn arm heeft genomen en ons draagt.
Hij draagt ons als we jong zijn, en Hij draagt ons nog als we oud en grijs zijn.
‘Ik heb het gedaan,’ zegt Hij, ‘en Ik blijf het doen.
Ik neem je op de schouders, Ik red je.’

Als we jong zijn, zijn we vaak veel te druk om hier bij stil te staan.
Tenzij er allerlei problemen komen, zijn we eerder geneigd om zelf te lopen in plaats van dat we door Hem gedragen willen worden.
En toch …

Welk een bemoediging is het voor als je oud bent, of zelfs maar ouder wordt.
Want je mag je toekomst tegemoet zien in de armen van God.
Wat het ouder worden ook met zich mee brengt aan lichamelijke kwalen, of verdriet, pijn (tjes), ongemakken, of …, je hoeft er niet alleen doorheen, want God belooft: Ik blijf je dragen!
we hebben bij God niet afgedaan als we oud worden.
Voor Hem zijn we nog net zo kostbaar als toen we jong waren.
‘Ik heb het gedaan en Ik blijf het doen.
Wat een geweldig grote God hebben we toch en wat een onvoorstelbaar lieve Vader.

Als je bang bent om ouder te worden, klem je dan vast aan dit woord van God.
Jouw Vader is de grootste, de sterkste, de machtigste.
Hij draagt je er doorheen tot voorbij de dood, waar je als kind van Hem verder mag leven in Zijn tegenwoordigheid en nabijheid.

‘Ik neem je op de schouders.
Ik red je!’

 
Lieve Vader, wat ben ik  blij en dankbaar met deze bemoedigende woorden.
Ouder/oud worden brengt soms kwalen met zich mee, of beperkingen die beslist niet leuk zijn.
Maar soms horen ze erbij.
We worden niet allemaal in goede gezondheid tachtig, met nog energie voor tien.
Wat kunnen we dan ontmoedigd raken en tegen onze beperkingen aanlopen.
Of ons minderwaardig voelen, omdat we niet meer kunnen wat we voorheen wel konden.
Afhankelijk worden van anderen, of geen controle meer hebben over bepaalde dingen.
Of onze geest wordt aangetast en we raken het spoor van ons leven bijster en worden teruggeworpen in het verleden.
Lieve Vader, wat een bemoediging zijn dan deze woorden van U.
Want U neemt een ieder op Uw arm en draagt.
Een bemoediging, zowel voor degene die oud is, of ouder wordt, als voor hen die de zorg voor hun ouders(s) dragen.
Ik bid U, lieve Vader, dat dit woord van U vele harten zal bemoedigen, opbeuren en nieuwe hoop geven.
Dank U wel, voor Uw grote liefde die in deze woorden ligt besloten.
Ik prijs Uw naam.


- Amen –


Nee, ik weet niets,
niets van de dag van mijn geboorte.
Ik weet niets van mijn eerste ademteug,
noch van mijn moeder's vreugde
en haar armen om mij heen.
Maar U, U was erbij,
vanaf het allereerste begin.
U nam mij op Uw arm en
droeg mij reeds tot waar ik nu ben.

U belooft mij te blijven dragen
tot in de dagen van mijn ouderdom.
Nu kleuren mijn haren langzaam grijs;
de herfst van mijn leven komt eraan.
Maar Uw belofte gaat met mij mee
ook als straks de winter van mijn leven komt
en mijn geest misschien sterker is dan mijn lichaam;
of mijn lichaam sterker dan mijn geest
en ik niets of niemand meer ken.

Laat dan in mijn geheugen staan gegrift,
de woorden die U ooit sprak:
'Ik nam je op de arm vanaf je geboorte.
En Ik blijf je dragen, tot je oud bent en grijs.
Ik heb het gedaan en blijf het doen.'
Zo neemt U mij, of ik het nu besef of niet,
op Uw schouders en draagt mij
tot ik over de drempel
van Uw woning ben.






woensdag 22 mei 2013

Geen oma-dag

Gister geen oma-dag gehad, maar wel een ontzettend fijn en gezellig samen-zijn met al onze kinderen en oude, jonge vrienden die even over zijn uit Canada.

Rond etenstijd druppelden onze kids om de beurt binnen, en zo dus ook onze lieve kleine Naomi en tussendoor ariveren ook onze geliefde oude jonge vrienden met hun twee kinderen.
Geliefd en oud, omdat ze heel wat jaar terug al bij ons over de vloer kwamen; geliefd en jong omdat ze nog jong zijn.
Ze hebben inmiddels twee lieve kinders, een jongen en een meisje, en nummer drie is op komst.
Mochten wij vroeger veel voor hen betekenen, in de loop van de jaren hebben zij ook veel betekent (en nog) voor onze kinderen.

 Het was heerlijk om zo weer eens ouderwets gezellig bij elkaar te zijn.
Het enige dat dit keer ontbrak was een grote pan macaronie of spagetti.
Ja, dat was namelijk hetgeen we meestal aten als zij bij ons waren.
Ze kwamen namelijk nogal eens onverwacht, of bleven bij nader inzien toch maar eten en ach, dat is voor acht personen een pan macaronie of spagetti wel het makkelijkst (en lekker).
De macaronie/spagetti was dit keer vervangen door een tafel vol met heerlijk chinees eten, waar zij ons op tracteerden.
Vele keren hadden ze bij ons gegeten en nu wilden ze graag op deze manier wat terug doen.
Geweldig, niet waar?
En lekker dat het was!


Voor het toetje had ik gezorgd.
Heerlijk slagroomijs en stroopwafelijs met slagroom en aardbeien en chocoladesaus.
Doen we niet zo vaak, dus het smaakte dan ook heerlijk.
En zo genoten we met en van elkaar.

 

De kleintjes waren lief en konden het goed vinden met z'n drietjes.
Was Jayden in het begin een beetje huiverig voor Jaylinn, in no-time rende hij vol entousiasme achter haar aan.
Ik weet alleen nog niet of ze het ook zo leuk vond.

Daar onze schoondochter vandaag vrij had genomen om er 's avonds ook op tijd bij te kunnen zijn, was Naomi overdag niet bij ons geweest, maar dat werd 's avonds wel weer goed gemaakt.
Wat een knuffeldier is het toch.
En dit keer kon opa er ook met volle teugen van genieten.
Op een gegeven moment, opa stond eten op te scheppen, slaat ze stevig haar armpjes om één been van opa heen en houdt hem stevig vast om vervolgens opgetild te worden en dan opa nog eens te voorzien van een hele dikke knuffel.
Een ander moment komt ze met wijd uitgespreide armen op me afgerend en opnieuw is daar voor oma weer een dikke knuffel.
Als je dan dat stralende toetje ziet en die uitgespreide armen speciaal voor jou, dan smelt je hart en in de omarming die volgt zijn het niet alleen je armen om haar heen maar ook je hele hart die haar insluit.

Wat later op de avond  brengen onze vrienden hun kinderen even snel naar hun ouders en gaan ook Joël en Dionne met Naomi naar huis.
 
Ons meiske staat te tollen op haar beentjes.
Langzaamaan verdwijnt de één na de ander richting station en even later zitten we nog gezellig even na te praten.
Als de klok richting twaalf uur gaat maken we een eind aan een geweldige avond.
Ik laat de boel de boel; morgen weer een dag.
De kat nog even een paar brokjes in haar bakkie en een snoepje, de hond ook nog even een snoepje en in de bench en dan zelf onder de wol.
En ik kijk terug op een heerlijke en kostbare avond.
 

maandag 20 mei 2013

Vervulde Belofte

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (78)

Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe.

Johannes 14:18

Ik zal u niet als wezen achterlaten …
Ik kom weer naar U toe …

Er staan heel wat beloften in de Bijbel en velen daarvan moeten nog in vervulling gaan.
Maar velen zijn ook al in vervulling gegaan.
De ene helft van de bovenstaande tekst is in vervulling gegaan, terwijl we vol verlangen (de één misschien iets meer dan de ander) uitzien naar de vervulling van de andere helft.
Vandaag vieren we echter dat de eerste helft van deze belofte is vervuld.

Jezus zei: ‘Op Mijn verzoek zal de Vader jullie een ander zenden om jullie bij te staan, Iemand die altijd bij jullie blijft: de Geest van de waarheid.’ (Joh. 14:16)

Plotseling kwam er uit de hemel een geluid alsof er een hevige wind opstak, het vulde het hele huis waar ze zaten.
Toen zagen ze iets dat op tongen van vuur leek: het verdeelde zich en daalde op een ieder van hen neer.
Ze werden  allemaal vervuld van de Heilige Geest en begonnen te spreken in vreemde talen, zoals de Geest hun te spreken gaf. (Hand. 2:2-4)

‘Begin een nieuw leven,’ antwoordde Petrus, ‘en laat u dopen, ieder van u, in de naam van Jezus Christus, om vergeving te krijgen van uw zonden; en u zult de Heilige Geest als geschenk ontvangen. (Hand. 2:38)

Ik zal jullie niet als wezen achterlaten.
Gister mochten we vieren dat deze belofte door God is vervuld.
Zo’n tweeduizend jaar geleden zond Hij Zijn Geest en wel ook op zo’n krachtige manier, dat niemand er om heen kon en kan.

Jezus liet ons niet als wezen achter.
De Heilige Geest woont in ons en we mogen God onze Vader noemen.
‘En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld.
Amen.’ (Matth.28:20)
Zijn belofte is vervuld.

En we mogen uitzien naar de vervulling van Zijn andere belofte: ‘Ik kom weer naar U toe.’
Jezus zal terugkomen, precies op dezelfde manier als dat de discipelen Hem hebben zien opvaren naar de hemel. (Hand. 1:11)
En dan zal elke knie zich buigen en iedereen zal openlijk erkennen dat Hij God is. (Rom.14:11)
Dan komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Er zal geen dood meer zijn, geen rouwklacht, geen pijn.
Elke traan zal Hij van onze ogen wissen.
Alle zal Hij nieuw maken. (Openb.21:1-7)
Weet: Ik kom spoedig, en het loon heb Ik bij Me …   (Openb. 22:12)

Een vervulde belofte en een belofte die nog op haar vervulling wacht.
Welk een groot en indrukwekkend God hebben wij, dat Hij ons zo genadig is.
Dat Hij ons, zondige mensen, zo liefheeft.
Dat Hij zo voor ons zorgt, ons omringt, ons helpt.

Kracht voor vandaag en hoop voor de toekomst.
In Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen!
Ik prijs Zijn Naam.
Halleluja.

- Amen -

zaterdag 18 mei 2013

Leven uit de Geest

 
Leven uit de Geest
is als wandelen
aan de hand van mijn Vader.
Wandelend aan de hand van mijn Vader
kijk ik telkens omhoog,
want Hij is het Die mij leidt.
En als ik mij
zo door Hem laat leiden,
al wandelend aan Zijn hand,
dan weet ik ook,
dat Hij met en voor mij strijdt.

Wandelend aan mijn Vaders hand
zal Zijn Geest mij doorstromen.
Zichtbaar zal worden
uit wie ik leef, beweeg en besta;
Wie de grootste plaats
in mijn leven heeft ingenomen.

Wandelend aan mijn Vaders hand
zal mijn oude ik vervagen.
Wandelend aan mijn Vaders hand
zal mijn leven vrucht gaan dragen.

Voor meer gedichten:
'Words of my Heart'

vrijdag 17 mei 2013

El Elyon - God de Allerhoogste

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (77)

Want U, HEERE, bent de Allerhoogste over de hele aarde,
U bent zeer hoog verheven boven alle goden.

Psalm 97:9

In mijn hoofd hoor ik met regelmaat de stem van M.W. Smith:

‘The earth sees and trembles.
The mountains melt like wax before the Lord,
before the Lord of all the earth.
The Heavens proclaim His righteousness
and all peoples will see His Glory!

Ik hoor de emotie in zijn stem; de drang van het moeten vertellen.
Het uit moeten schreeuwen van wie God is, hoe groot Hij is.
De emotie van het onder de indruk zijn van deze grote God, wiens kinderen wij mogen zijn, Die wij Abba, Vader mogen noemen.

De HEERE regeert, laat de aarde zich verheugen
en vele kustlanden zich verblijden.
Donkere wolken zijn rondom Hem, gerechtigheid en recht zijn het fundament van Zijn troon.
Vuur gaat voor Zijn aangezicht uit en zet rondom Zijn tegenstanders in vlam.
Zijn bliksemflitsen verlichten de wereld, de aarde ziet ze en beeft.
De bergen smelten als was voor het aangezicht van de HEERE, voor het aangezicht van de Heere van heel de aarde.
De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid en alle volken zien Zijn heerlijkheid.

(Ps. 97:1-6)

… de aarde ziet ze en beeft.
De bergen smelten als was voor het aangezicht van de HEERE, voor het aangezicht van de Heere van heel de aarde.
De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid en alle volken zien Zijn heerlijkheid.

Op de één of andere manier raken deze woorden me diep; hebben ze een enorme impact.
Het maakt dat ik me klein voel, heel klein.
Alsof hierdoor iets begint door te dringen van de grootheid en de heerlijkheid van God.
Ja, iets, want ik heb het idee dat ons voorstellingsvermogen veel te klein is voor de grootheid en de heerlijkheid van God in zijn totaliteit.
Geen van onze woorden zullen het denk ooit echt weer kunnen geven.
Maar als ik deze woorden in me opneem en ze tot diep in mijn binnenste laat doordringen; ze proeft …

De aarde ziet het …
en beeft …

Als het bloed van Jezus ons niet zou beschermen …

De bergen smelten als was voor het aangezicht van de Heere, voor het aangezicht van de Heere van heel de aarde …
Was smelt als het verwarmt wordt; maar bergen, die smelten als was als Hij verschijnt ...
En dan ook alleen als Hij verschijnt, alleen voor Zijn aangezicht!

Hoe zullen wij ooit voor Zijn aangezicht kunnen bestaan zonder Jezus?

De hemel verkondigd Zijn gerechtigheid …
Het fundament van Zijn troon is recht en gerechtigheid.
De hemel verkondigd omdat het niet anders kan, want het fundament van de troon van God is recht en gerechtigheid.
Alles, ja alles komt daar open en bloot te liggen; alle ongerechtigheden.
Niets kan verborgen zijn, want onrecht en ongerechtigheid kunnen niet bestaan in Zijn tegenwoordigheid, in Zijn aanwezigheid.
Hij, en Hij alleen, is Rechter.

Hoe zou Zijn vuur ons niet verteren, Zijn oordeel ons niet treffen, als Jezus niet was gekomen …

… en alle volken zien Zijn heerlijkheid …
Alle volken, iedereen, elk oog …
Het gaat bijna mijn voorstellingsvermogen te boven.
Mijn blikveld is beperkt, ik kan niet zien voorbij de huizen voor mij.
Ik weet wat zich daar achter bevind, maar zien kan ik het niet.
Ik kan de lucht zien, de zon (als die schijnt ), ’s nachts de maan en de sterren.
En als je iets meer weet van wat er in de ruimte is, zie je nog iets meer.
Maar nooit kunnen we hetzelfde zien als zij die aan de andere kant van de aarde wonen.
Als het bij ons dag is, is het bij hen nacht, maar de duisternis van hun nacht kan ik niet zien.
En dan komt de dag dat alle volken, iedereen, niemand uitgezonderd, Hem, Zijn heerlijkheid, zal zien

O, als we Jezus dan niet kennen ...
Als we dan niet zijn gekocht en betaald met Zijn bloed ...
 
‘We want to see Your Glory, God!’

Ik hoor, ik proef, ik verlang …
Ik hoor Mozes: ‘doe mij Uw heerlijkheid zien …’
Ik hoor God: ‘Niemand kan Mij zien en blijven leven ...’
Ik hoor Jezus: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij … ‘
Want U, HEERE, bent de Allerhoogste over de hele aarde,
U bent zeer hoog verheven boven alle goden.

- Amen -

dinsdag 14 mei 2013

19e Oma-dag

Als ons kleine meisje vandaag komt, woont ze alweer bijna twee weken in hun nieuwe huis.
Ze heeft geen enkele moeite gehad (aldus haar vader) met wennen in het nieuwe huis en nieuwe slaapkamertje.
Misschien scheelt het dat de kleurtjes (roze/wit) hetzelfde zijn als in haar oude slaapkamertje.

Vandaag was het in ieder geval wel een héél rustige oma-dag.
Ons meisje heeft veel geslapen, ze was moe.
Vanmorgen viel ze zelfs bijna op de grond in slaap.
Dus maar gauw naar bedje toe.

Met het uitlaten van Jaylinn heeft ze de hondenriem ontdekt en zo is het net of zij Jaylinn vanuit de buggy uitlaat.
En ze houdt de riem stevig vast hoor.
Helaas was ik mijn fototoestel vandaag vergeten, dus geen plaatje ervan. (nog van iets anders, want ik vergat hem later ook steeds weer naar beneen te halen)
Onderweg komen we eerst de schapen tegen en verderop de lammetjes.
De kinders zijn bij hun ouders weggehaald en moeten het nu samen rooien.
Een geweldig gezicht hoe ze zo samen met elkaar optrekken en over elkaar heen buitelen en op elkaars lip zitten.
Naomi schaterde het af en toe uit door hun capriolen en ge mekker.
Heerlijk, dit enthousiasme.

Vanmiddag was ik haar fles kwijt.
Ik heb me werkelijk 'k weet niet wat gezocht naar dat ding.
Uiteindelijk vond ik hjem samen met een berenknuffel in de bench van Jaylinn.
Volgende keer daar maar eerst kijken.

Opvallend is ook hoe ze ineens gaat kletsen en zelfs op haar manier gaat zingen.
Het wordt een echte gezellige kletstante.
Maar wat mij steeds opnieuw het meeste raakt en blijft raken, is de manier waarop ze je aan kan kijken en naar je kan lachen.
Het doet keer op keer mijn hart overlopen van liefde.
En soms - als ze er zin in heeft :) - krijg je dan nog als hoofdprijs een hele dikke knuffel van d'r.
En dan ook inmiddels een echte dikke knuffel, met twee armpjes echt stevig om je nek heengeslagen.
Zucht, :)  ...

Lieve Naomi, oma houdt heééééél veel van jou!

maandag 13 mei 2013

Daarom dus!

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (76)

Hoelang nog zal dit volk Mij verachten? (HSV – Verwerpen)
Hoelang nog zullen ze weigeren op Mij te vertrouwen? (HSV – Geloven)
Wat heb Ik niet allemaal voor hen op wonderbaarlijke wijze gedaan? (HSV – Tekenen)

Numeri 14:12

Ik weet niet hoe het bij jou is, maar als ik lees wat God allemaal heeft gedaan voor het volk Israël, hoe Hij ze heeft verlost van de Egyptenaren, hoe Hij ze heeft geleid in de woestijn, hoe Hij heeft voorzien in eten en drinken, en nog vele dingen meer, dan snap ik soms niet dat het volk Hem niet blindelings vertrouwt en volgt.
Dan snap ik soms niet dat ze tien mannen eerder geloven, dan Degene die hen heeft verlost en heeft laten zien dat Hij doet wat Hij belooft.
Dan snap ik soms niet, dat ze zelfs boos en opstandig worden.
God heeft zo laten zien wie Hij is!

En dan zijn er tien mannen die zich laten leiden door wat zij zien en ze stoken het volk op met hun negatieve uitspraken en zorgen ervoor dat de moed bijna een ieder in de sandalen zakt.
Ze  vergeten wie God is.
Ze vergeten wat God allemaal heeft gedaan.
Ze vergeten wat God heeft beloofd en ze vergeten dat Hij altijd doet wat Hij belooft.
Ze vergeten wie Hij is.
Of moet ik misschien eerder zeggen, ze willen het niet meer weten?
De tekst spreekt immers van het verwerpen van God, niet meer geloven, weigeren te vertrouwen ondanks alles wat Hij had gedaan.

Bij het horen van de verhalen van de tien verspieders over reuzen en krachtige steden, over vijandige volken, laten ze zich meeslepen en bang maken.
De grote druiventros (zo groot dat zij hen met z’n tweeën moesten dragen) die Jozua en Kaleb mee teruggenomen hadden uit het land Kanaän, als ook vijgen en granaatappelen, kunnen hen niet overtuigen.
De negatieve woorden wogen zwaarder dan alle wonderen en tekenen die God ooit had gedaan.
Het volk begon te klagen en Mozes en Aäron verwijten te maken.
Ze wilden zelfs een andere leider kiezen en teruggaan naar Egypte.

Mozes en Aäron, Jozua en Kaleb probeerde hen nog op andere gedachten te brengen, maar het was tevergeefs.
Toen ze echter de mannen dreigden te gaan stenigen, verscheen God in al Zijn majesteit boven de ontmoetingstent.
En Hij spreekt tot Mozes:

‘Hoelang nog zal dit volk Mij verachten?
Hoelang nog zullen ze weigeren op Mij te vertrouwen?
Wat heb Ik niet allemaal voor hen op wonderbaarlijke wijze gedaan?’

Soms snap ik niet, begrijp ik niet, hoe het volk Hem niet vertrouwt na alles wat God voor hen heeft gedaan.
Zijn grootheid, Zijn majesteit, Zijn heerlijkheid, alles hebben zij gezien …
Van vele dingen zijn zij getuige geweest …
Dan snap ik soms niet …
Dan begrijp ik soms …

Een paar doorboorde handen en voeten komen in mijn gedachten.
Zoveel houd ik van jou, zegt Hij.
En Hij spreidden Zijn armen en stierf.
Het postertje met deze woorden dat op mijn voordeur hangt komt op mijn netvlies.
Zo ook iets wat menselijkerwijs gesproken een verschrikkelijke kettingbotsing had moeten zijn, maar waar nu alle auto’s schots en scheef stilstonden op de weg zonder dat ook maar de één de ander raakt, zie ik weer voor me.
Het geluid van de halverende hartslag van mijn oudste, nog ongeboren kind in het ziekenhuis klinkt weer in mijn oren, als mede het besef van dat als ik thuis was geweest hij het zeer waarschijnlijk niet had overleefd.

En zo zijn er nog zo vele verhalen en voorbeelden te noemen van wat God heeft gedaan voor mij en in mijn leven en in dat van mijn gezin.

En dan is het ook alsof God het allemaal even naar mij terugkoppelt.
Weet je nog, hoe je die negatieve woorden geloofde die toen gesproken werden?
Weet je nog hoe je je daardoor liet leiden en de put in liet praten?
Weet je nog hoe boos je was op Mij na je tweede miskraam?
Weet je nog hoe opstandig je was toen je maar niet weer zwanger werd?
Weet je nog toen je kinderen het zo moeilijk hadden hoe je aan Mijn hulp, Mijn trouw twijfelde?
Je afvroeg of Ik je gebed wel hoorde?
Je nog wel zag?
Weet je hoe je soms ook nu eerder de neiging heb om wat mensen zeggen te geloven, dan wat Ik zeg?

Beschaamd buig ik mijn hoofd en ik  besef opnieuw welk een kracht woorden kunnen hebben en je mee kunnen slepen bij God vandaan; in opstand kunnen leiden tegen Hem.

Hoe makkelijk zingen, spreken, bidden we soms niet over de grootheid en heerlijkheid van God, van Hem als onze schuilplaats, onze burcht.
Over hoe Hij onze kracht is, onze hulp, onze bevrijder.
Maar als het moeilijk wordt, of als er zware tijden komen, in welke vorm dan ook, wat blijft er dan over van onze lofgezangen?
Hoe wordt ons spreken, ons bidden?
Worden wij soms ook niet moedeloos als moeilijke situaties voortduren?
Vergeten wij dan ook niet soms te zien op wie God is en wat Hij allemaal heeft gedaan in ons leven?

Ach, misschien jij wel niet, maar ik moet belijden, ik wel.
O, niet altijd hoor, en het wordt ook minder vaak .
Hoe meer ik me richt op Hem, bezig ben met Hem, met Zijn woord, hoe sterker ik word.
Maar ik ben ook nog heel kwetsbaar en moet nog zoveel leren.

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de Heer is …
Daarom dus!

zondag 12 mei 2013

Spring maar ...

Op U mijn God wil ik graag bouwen,
U kan ik mijn leven toevertrouwen.
Uw beloften staan als een baken in de nacht
en omringen mij met Uwe kracht.
 
Dat jongetje was misschien net vier jaar en ik keek geïnteresseerd toe hoe zijn vader de duikplank opliep en hem vertelde  hoe hij moest duiken.
Toen de vader zelf van de plank was afgedoken en het water alle kanten opspatte, werd hij begroet met enthousiast geschreeuw van zijn zoontje.
Dat was nog eens leuk!
Maar toen zijn vader hem vroeg om zelf ook eens te springen, schuifelde het jongtje onzeker naar achteren, zo ver mogelijk bij het zwembadwater vandaan.
 "Je hoeft niet bang te zijn hoor,'sprak de vader kalm.
 "Ik vang je op."

Nadat de vader vanuit het water maar bleef aanhouden, klom het jongetje tenslotte zenuwachtig de duikplank op.
Op het eind van de duikplank wiegelde hij angstig heen en weer en schreeuwde dat zijn vader dichterbij moest komen.
"Hierheen ... hierheen ... naar rechts ... nog een beetje."
Eindelijk had hij zijn vader dan toch op de juiste plaats in het water en ik dacht; nu gaat het gebeuren.
Maar net toen hij moest springen besloot het kereltje dat het toch eigenlijk veel te eng was en draaide hij zich resoluut om en klom hij weer naar beneden.
Zijn vader, zoals alle vaders op zo'n moment zijn, liet zich echter niet met een kluitje in het riet sturen en het hele proces begon opnieuw.
 
Uiteindelijk stond het mannetje weer bibberend op het eindje van de duikplank.
Dit keer lukte het.
Met een grote schreeuw verdween het zoontje van de duikplank, belandde in het water en eindelijk in de veilige armen van zijn vader.
Hij was apetrots op zichzelf, maar de blik op het gezicht van de vader sprak boekdelen.
"Prachtig, jongen, ik wist wel dat je het kon.
Ik ben reuze trots op je."

Het deed me goed dit allemaal te zien en ik moest er aan denken dat ik eigenlijk net zo ben als dat kleine jongetje.
Ik ben mij al een tijdje aan het voor bereiden om naar een ander land te gaan, naar een nieuwe baan en naar nieuwe ervaringen.
Iedereen die ik erover spreek is razend enthousiast en alles lijkt erg positief ... en toch ... maak ik me veel zorgen.
Zou het wel goed gaan?

Elke keer als ik in stilte over mijn toekomst bid, zegt God me: "Maak je geen zorgen.
Spring toch gewoon naar beneden.
Ik lig al in het water en zal je niet laten vallen."
Maar steeds aantwoord ik God: "Goed, goed. Ik zal springen, maar U ligt wel erg ver  bij me vandaan daar beneden.
Een beetje dichterbij en dan een beetje naar links, en nu weer naar voren ... ik wil toch wel graag heel zeker van mijn zaak zijn."
God heeft veel meer geduld dan een aardse vader  en Hij blijft me maar vertellen dat ik niet bang hoef te zijn.
En net als dat jongetje spring ik dus ook van de duikplank het onbekende in, want ik vertrouw op God die mij nog nooit in de steek heeft gelaten.

Door: Lillia Potters

©Actief
 
www.actiefonline.com 
Overname met toestemming Actief

Lees ook: Mijn hand in Uw hand

zaterdag 11 mei 2013

God verliest ons niet uit het oog (Slot)

Toch vruchtdragen
Beschadigd of verwond
Dit is nu ‘mijn’ boompje, oftewel het boompje waar ik het gisteren over had.
Een boompje met een boodschap van God.
Een boompje, dat stil en woordeloos, het geheim van vruchtdragen verkondigt.
Een boompje met een speciale bemoediging.

Dit boompje hoort niet bij de Bijbelstudie ‘Groeien in vertrouwen;’ maar de titel van de Bijbelstudie is wel heel toepasselijk en daarom gebruik ik ook hier dezelfde titel.
Daarbij sluit de boodschap van dit boompje zoals ik gister al zei, naadloos aan bij de boodschap van de afgelopen dagen en is tegelijk ook een mooie afsluiting ervan.

Wij wonen inmiddels ruim 14 jaar in het huis waar we nu wonen en aangezien wij altijd een hond hebben gehad, die dus ook moest worden uitgelaten, loop ik ook al 14 jaar regelmatig langs dit boompje.
Maar het was pas vorige week dat God mijn ogen opende voor de boodschap van dit boompje.
En Hij bracht mijn gedachten bij Jeremia 17:8.

‘Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is, en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop.
Hij merkt het niet als er hitte komt, zijn blad blijft groen.
Een jaar van droogte deert hem niet, en hij houdt niet op vrucht te dragen.’

Wat mij zo trof in dit boompje, is dat het helemaal niet één van de beste, mooiste en sterkste boompjes is.
Integendeel.
Het boompje heeft op de één of andere manier flinke klappen opgelopen en is daardoor behoorlijk beschadigd geraakt.
Met dat het tot mij doordrong hoe beschadigd dit boompje is, kwam de vraag in mij op, hoe of dat het toch nog mogelijk was dat dit boompje nog kon leven en groeien en bloeien.

 
Bekijk het maar eens goed en zie hoe beschadigt dit boompje is.
Eigenlijk is er niet veel boom meer over.
Onder- en bovenin is de boom nog redelijk zoals hij moet zijn, maar voor de rest is er niet veel meer van over.
Een groot gapend gat maakt dat je er dwars doorheen kunt kijken en voor de rest lijkt de boom één rauwe open wond te zijn.
En toch zitten er blaadjes aan de takken, toch bloeit hij.
Als je goed kijkt, dan zie je dat hij zelfs op heel andere plaatsen dan normaal nieuwe takken heeft gekregen waar ook weer allemaal blaadjes aan groeien.

Mijn uit verbazing voortgekomen vraag, hoe of dat dit boompje toch nog zo kon groeien en bloeien, werd ook op hetzelfde moment nog beantwoord, toen God mij de woorden uit Jeremia 17 in gedachten bracht.
‘… die bij water geplant is, en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop.
Hij merkt het niet als er hitte komt, zijn blad blijft groen.
Een jaar van droogte deert hem niet, en hij houdt niet op vrucht te dragen.’

‘Mijn’ boompje staat aan het water. (Zie eerste foto)
Zijn wortels kan ik niet zien, maar daarin ligt wel zijn verborgen geheim.
‘Mijn’ boompje kan groeien, kan bloeien, kan vruchtdragen, omdat het zijn wortels in het water heeft.
Ergens anders, in een woestijn of zo, zal dit boompje het vast niet overleven, maar hier, geplant aan het water, deert het hem niet zo beschadigt te zijn.
Z’n knot, kleiner door de enorme beschadigingen, kan niet zoveel takken voortbrengen als de niet beschadigde bomen naast hem, maar daarvoor komen er op andere plaatsen takken.
En zo groeit en bloeit dit boompje rustig door.

Misschien is jouw leven wel als dit boompje.
Vreselijk beschadigd, overal stukken eruit gereten, vol open en rauwe wonden.
Of misschien ben je wel chronisch ziek en kun je niet veel doordat je aan bed bent gekluisterd, of aan een rolstoel verbonden.
Misschien is het pijn die belemmert om dat te kunnen doen wat een gezond mens wel kan.

Jaren ben ik lichamelijk behoorlijk beperkt geweest in wat in kon.
Je kunt eigenlijk wel zeggen dat er niet veel was wat ik nog wel kon doen.
Werken was uitgesloten, en zelfs mijn eigen huishouden kon ik amper op orde houden en er waren ook veel dingen die ik niet samen met mijn kinderen kon doen.
En hoewel het nu een heel stuk beter gaat, zijn er nog dingen die ik niet kan, of die gewoon niet slim zijn om te doen.
In die jaren voelde ik mij echt waardeloos, en met dat het voortduurde was het leven in mijn ogen soms ook erg zinloos.
Soms dacht ik weleens, Heer, U had me beter maar niet geboren kunnen laten worden, of geen kinderen kunnen geven, of, misschien had ik maar beter niet eens kunnen trouwen.
Allemaal gedachten vol zelfmedelijden en ik wist niet wat ik eraan kon doen of hoe ik soms verder moest.
Mijn ommekeer kwam met het lezen van het boeken ‘Een stem in de wind’ en ‘Een echo in de duisternis’ van Francine Rivers.
(Eigenlijk heeft de gehele trilogie, ook deel drie ‘De onafwendbare dageraad’ een enorme impact in mijn leven gehad)

Ik weet niet meer precies hoe of het allemaal zat, daarvoor is het te lang geleden dat ik deze boeken heb gelezen, maar vergeten doe ik het in ieder geval nooit meer.
Er was een vrouw, iets zeg me dat het de moeder van Marcus was, die ziek op bed lag en niets meer kon, maar ze deed wat ze nog wel kon doen, namelijk bidden.
Haar leven leek zinloos en doelloos, want ze kon immers niets anders meer dan alleen maar liggen, maar ze deed datgene wat ze nog wel kon.
Bidden!
Het deed mij beseffen dat al kon ik niet veel, er zullen altijd dingen  zijn die ik wel kon/kan doen.
Gods genade opende mijn ogen en bracht gaandeweg een keer in mijn denken, in mijn omgaan met mijn ziek-zijn, mijn beperkingen.

Nu, vele jaren later, besef ik meer dan ooit dat niemands leven ooit zinloos is, noch doelloos.
Ongeacht waar je doorheen gaat of hoe je lichamelijke conditie of gesteldheid ook is.
Wat in onze ogen zinloos is, of zonder doel, is voor God misschien juist de mogelijkheid om dat tot stand te brengen wat niemand anders zou kunnen bewerken.
Nee, ik begrijp heel veel dingen die gebeuren niet, noch hoe God sommige dingen toe kan laten, aan kan zien.
Maar ik moet leren om God God te laten zijn en te vertrouwen dat Hij alles in de hand heeft en daarin niemand van ons ooit uit het oog verliest.

Zoals ‘mijn’ boompje op hele andere plaatsen takken kreeg, zo kan God, als wij onze wortels maar in Zijn Bron houden, ook in ons leven, hoe beperkt het in onze ogen ook misschien is, op geheel andere manieren vruchten laten voortbrengen.
Als wij doen wat wij kunnen, zal God doen wat wij niet kunnen.
Vruchtdragen is drinken uit de Bron van Levend water en doorgeven aan anderen; en dat kan op velerlei manieren.

Plant je wortels in de Bron van Levend water.
Drink en word gevoed.
Hitte en droogte zullen je dan niet deren,
het is immers God, die je leven doet.

Plant je wortels in de Bron van Levend water.
Drink en draag vrucht.
Je zult zijn als een sterke boom,
als je altijd en in alles tot Hem vlucht.

Plant je wortels in de Bron van Levend water.
Drink en vertrouw.
Zijn zegen zal op je leven zijn;
je sterkte in tijden van hitte en kou.

vrijdag 10 mei 2013

God verliest ons niet uit het oog (3)

Toch vruchtdragen
Troost en hoop

Vorige maand haalde ik, na aanleiding van de zin ‘Hoop groeit het best in de aarde van trouw, reeds een paar teksten uit Jeremia 17 aan.
Opnieuw kwam dit hoofdstuk afgelopen weekend op mijn pad in de Bijbelstudie ‘Groeien in Vertrouwen’. (Zie: eerdere logs van deze week en Boekinfo)

Daarnaast waren deze teksten nog niet echt uit mijn gedachten geweest, daar ik vorige week en afgelopen dinsdag even weer, een paar foto’s had gemaakt van een knotwilg die niet zo ver bij ons huis vandaan staat.
Wij wonen aan de rand van het dorp en als je even het straatje uit loopt en de hoek omgaat, loop je zo ons dorp uit en om je heen zijn de boerderijen en weilanden.
Maar vlak daarvoor, net voor je ons dorp uitgaat, staan er een aantal knotwilgen op een rij.
Prachtige boompjes vind ik dat.
Ze groeien schots en scheef, maar dat maakt hen juist zo aantrekkelijk en mooi, vind ik.
Ik had daar vorige week al wat over willen schrijven, want het boompje waar ik het over wil hebben, geeft een bijzondere bemoediging, tenminste, die zie ik erin.
Door omstandigheden kwam er van schrijven vorige week echter niet veel.
Maar ach, wat in het vat zit verzuurd niet en met ons hondje uitlaten zie ik iedere dag ‘mijn’ boompje, dus vergeten doe ik het zeker niet.

Nu echter, na zo de afgelopen dagen met deze Bijbelstudie bezig te zijn geweest, besef ik dat het helemaal niet zo erg is dat ik hier niet over kon schrijven, want de twee verhalen, die van de Bijbelstudie en van ‘mijn’ boompje, passen naadloos bij en in elkaar.
Het is, denk ik, zelfs nog een betere volgorde ook.

Zo zegt de HEERE:
Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens,
en die een schepsel tot zijn arm stelt,
terwijl zijn hart van de HEERE afwijkt.
Hij zal zijn als een kale struik in de vlakte,
die het niet ziet wanneer het goede komt:
hij verblijft op de droogste plekken in de woestijn,
in zilt en onbewoond land.

Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt,
wiens vertrouwen de HEERE is.
Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is,
en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop.
Hij merkt het niet als er hitte komt,
zijn blad blijft groen.
Een jaar van droogte deert hem niet,
en hij houdt niet op vrucht te dragen.
 
Jeremia 17:5-8

In deze verzen worden eigenlijk twee kanten belicht.
Het leven van hen die God niet kennen en vertrouwen en van hen die God wel kennen en vertrouwen.
De ene wordt vergeleken met een kale, onvruchtbare struik, terwijl de ander wordt vergeleken met een boom die vrucht draagt.

God verlangt naar een leven dat vrucht draagt.
Deze woorden uit Jeremia laten wel duidelijk zien hoe God naar ons leven kijkt, hoe Hij ons ziet.
Maar ook, dat Hij ons tegemoet komt en laat zien hoe dit in alle omstandigheden ook mogelijk is.
Want God gaat niet voorbij aan moeiten en problemen, pijn en verdriet.
Hij spreekt immers ook over hitte en droogte.
Maar tegelijk laat Hij ook zien dat deze dingen geen belemmering hoeven te zijn om toch vrucht te dragen.

‘Zijn blad blijft groen en hij houdt niet op met vrucht te dragen.’
Hoe dit kan?
Het woord geeft het heel duidelijk aan: ‘… die zijn wortels laat uitlopen bij de waterloop.’
Met andere woorden, de wortels graven zich dieper in de aarde, dichter en dichter naar het water toe, totdat ze uiteindelijk in het water liggen.
Zo hebben ze altijd water, altijd voeding en dan deert het hem niet als er droogte of hitte komt, want zijn wortels liggen in het water.
Hij is verbonden met de bron.

Als zo ons leven ook verbonden is met de Bron van Levend water, onze wortels als het ware in die Bron liggen, dan zullen ook wij in staat zijn om vrucht te dragen ongeacht de omstandigheden.
Want laten we eerlijk zijn, ons leven kent immers ook tijden van hitte en droogte.

Welk een belangrijke lessen, naast een waarschuwing, liggen er in deze paar Bijbelverzen.
Het is mijn verlangen te zijn als deze boom; mijn wortels in de Bron van levend water.
En jij?

Zoals de wortels van een boom
zich hunkerend uitstrekken naar het water;
zich dieper en dieper in de aarde graven
om uiteindelijk bij de bron,
ja, zelfs tot in het water,
te komen, te zijn,
zo verlangt God ernaar
dat wij onze wortels
zullen planten in Hem.
Dan zal hitte en droogte
ons niet deren
en kunnen wij vrucht blijven dragen,
omdat onze wortels verankerd liggen in Hem,
de Bron van Levend water.

woensdag 8 mei 2013

God verliest ons niet uit het oog (2)

En zo niet …God God laten zijn …

Vorige maand schreef ik over Nebukadnezar, de drie vrienden Sadrach, Mesach en Abednego en de vurige oven. (Daniël 3:1-30)

Met de Bijbelstudie (waar ik gister al wat over vertelde; zie: Boekinfo) kwam ook dit gedeelte weer terug, alleen lag nu de klemtoon heel ergens anders.
Niet eerder hebben de verzen 15 t/m 18, en dan met name de eerste paar woorden van vers 18, me zo stilgezet.
Vanaf zondagmiddag dat ik met deze studie bezig ben, blijven die paar woorden doorklinken in mijn hart en in mijn gedachten.

Ik ben God zo dankbaar voor dit vrouwengroepje en het boekje dat we gebruiken om samen na te denken over ons vertrouwen in God.

Lag in mijn vorige schrijven over deze mannen de nadruk op de grootheid van God en hoe indrukwekkend Hij heeft ingegrepen om zo de levens van deze mannen te sparen en Nebukadnezar te laten zien dat Hij de Allerhoogste God is, nu ligt de nadruk op slechts drie woordjes: ‘En zo niet …’

Het kleine kopje wat boven dit gedeelte in het Bijbelstudieboekje staat, zegt: ‘God God laten zijn.’

Het leven kent allerlei onbeantwoorde vragen.
Waarom doet God niets?
Waarom laat Hij bepaalde dingen toe?
waarom …?

Een antwoord hierop is erg moeilijk en persoonlijk vraag ik me ook weleens af of wij wel enig antwoord hierop kunnen geven.
Marleen Ramaker, de schrijfster van dit Bijbelstudie boekje geeft een antwoord, dat denk ik misschien wel het enige antwoord is wat je kunt geven.
Namelijk; ‘Misschien dat God vertrouwd wil worden om wie Hij is: een liefdevolle Vader en een soeverein God, die dingen weet die wij niet weten.

De schrijfster neemt ons mee naar Nebukadnezar, de mannen Sadrach, Mesach en Abednego, en de vurige oven, die zelfs zo heet gestookt wordt dat de soldaten die het op moeten stoken er dood van neervallen.

“Nu dan, als u bereid bent op het moment dat u het geluid van de hoorn, fluit, citer, luit, lier, panfluit, en allerlei muziekinstrumenten hoort, neer te vallen en het beeld te aanbidden dat ik gemaakt heb, dan is het goed, maar als u het niet aanbidt, dan zult u op hetzelfde ogenblik midden in de brandende vuuroven worden geworpen.
En wie is dan de god die u uit mijn handen kan verlossen?
Sadrach, Mesach en Abednego antwoordden en zeiden tegen koning Nebukadnezar: Wij hoeven u hierop geen antwoord te geven.
Als het moet, kan onze God, Die wij vereren, ons verlossen uit de brandende vuuroven, en Hij zal ons, o koning, uit uw hand verlossen.
En zo niet, het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet zullen vereren en het gouden beeld dat u hebt opgericht, niet zullen aanbidden.”
Daniël 3:16-18
De mannen weigeren te aanbidden.
Nebukadnezar dreigt.
Nebukadnezar probeert te ontmoedigen.
Nebukadnezar spot.
De mannen weigeren te aanbidden ongeacht de consequenties.

Indien jullie niet aanbidden …
Welke god zal jullie dan nog kunnen bevrijden … ?

Het antwoord van Sadrach, Mesach en Abednego verstomt iedere stem in mij, terwijl tegelijk een diepe vreugde mijn hart binnenstroomt en een verlangen naar een geloof als dat van hen.
‘Wij hoeven u geen antwoord te geven …
Als het moet, kan God ons verlossen …’
En dan komen die paar woorden die zo’n enorme impact hebben op mij.

‘En zo niet, …’

En zo niet …
Zelfs indien niet …
Maar ook al redt Hij ons niet …

Ruimte om God God te laten zijn.

Mijn gedachten gaan naar mijn worstelingen over de grote van mijn geloof, mijn ongeloof, waarom al die dingen gebeuren in ons leven.
De waarom’s; pijn, verdriet, moeiten, zorgen.
Waarom duurt het zo lang?
Waarom komt er geen genezing?
Waarom allemaal bij ons?
Waarom …?
Waarom …?
Heb ik dan niet genoeg geloof?
Is er dan zonde in mijn leven?

Mensen zeggen dat soms zo makkelijk als er geen genezing komt, of als de ene moeite na de andere op je weg komt.
Ik hoor hun woorden soms nog naklinken ...
Je moet geloof hebben?
God geneest iedereen die gelooft!
Kijk maar eens of er toch geen zonde in je leven is, want …

Wat een ander licht werpen de woorden van deze mannen op waaromvragen, op als genezing uitblijft, als moeiten en zorgen, pijn en verdriet, je leven steeds opnieuw binnendringen en op z’n kop zetten.

‘En zo niet …’

Door waar de schrijfster mij (ons) op wijst komt er een enorme ontspanning mijn leven binnen, want ik heb nu de woorden gekregen – van God, want zo ervaar ik het echt – om deze stemmen, die me soms zo kunnen achtervolgen, het zwijgen op te leggen.

Het geloof en vertrouwen van deze drie mannen was volledig en 100% op God.
Onvoorwaardelijke trouw en totale overgave liggen besloten in deze drie woordjes.

‘Wij staan hier voor u, o koning, en de hitte van de oven  komt ons tegemoet.
Maar wij buigen en aanbidden niet!
U denkt dat er geen god is die ons kan redden, maar o, wat zit u ernaast.
Onze God, de God die wij vereren, kan ons weldegelijk redden uit uw hand en uit die vurige oven,
Dat is een fluitje van een cent voor Hem.
Maar koning, zelfs al zou Hij dat niet doen – waar Hij dan ongetwijfeld Zijn redenen voor zal hebben – dan nog zullen wij niet voor u buigen, noch het beeld aanbidden.’

Het geloof en vertrouwen hebben dat God kan redden, kan genezen, voor uitredding kan zorgen, kan voorzien in werk, in woonruimte, ach, vul zelf maar in, maar tegelijk ook de ruimte laten, zoals deze mannen deden, om God God te laten zijn en de uiteindelijke beslissing, hoe die dan ook uitvalt, aan Hem over te laten.
Maar daarin dan ook wel je hoofd buigen voor Zijn beslissing, voor Zijn keuze, want dat is wat deze mannen doen.
Zelfs indien Hij ons niet redt, nou, dan gaan we dood, maar buigen en aanbidden zullen we niet.

Absolute overgave.
Vertrouwen op wie Hij is, op Zijn wijsheid en leiding; ongeacht wat er gebeurt, ongeacht de consequenties.

Sadrach, Mesach en Abednego lieten God God zijn.
In hoeverre laten wij God God zijn?

dinsdag 7 mei 2013

18e Oma-dag

Voor het eerst vanuit Nijkerk wordt onze lieve kleine meid gebracht.
En zoals altijd, al is het nog pas kwart over zeven 's morgens, worden we begroet met een stralende lach en een paar wijd uitgestoken armen.
Wat een zeldzaam kind en wat een geschenk uit de hemel.

Och, onze eigen kinderen waren ook lief hoor, echt wel.
Al waren ze alle vier wel heel verschillend.
We hebben van alles wat gehad, van ook zo zeldzaam lief, tot aan zeldzaam moeilijk.
Maar dit is gewoon ontspannen genieten.
De boel de boel laten, want morgen is er weer een dag.
En als er iemand last heeft van wat stof of rommel, dan zorgen ze maar dat ze er gemak van krijgen of ze pakken zelf maar een doek.

Natuurlijk was ik vergeten de sleutels uit de deurtjes te halen, maar daar herinnerde mevrouw mij snel aan.
De eerste run was naar de sleutels.
Vervolgens was onze Jaylinn de pineut.
Maar al ze was toch nog iets sneller dan Naomi, uiteindelijk zocht ze toch haar toevlucht maar in de bench, die door Naomi netjes werd dicht gedaan.
Gelukkig lukt het haar nog niet om hem op slot te doen.

De synthesizer van mijn man vindt ze nog steeds helemaal geweldig  en tot nog toe kreeg ze hem niet zelf aan.
Ja, precies wat ik zeg, tot nog toe, want vandaag lukte het haar dus wel en een schik dat ze had!
Onze Rachelle zette even een demo aan en Naomi begon automatisch te dansen.
Zo ontzettend lief en leuk om te zien.
Zo schattig.
'Ach ja, dat deed jij ook toen je zo klein was,' zei ik tegen mijn dochter.
Die mij vervolgens aankeek van: echt waar?
Lol.
Ja, de tijd gaat hard, want zij wordt deze zomer al weer 19.
Waar blijft toch de tijd; ook alweer 17/18 jaar geleden dat zij zo stond ...

 
Naast de synthesizer is klimmen ook een geliefde bezigheid geworden.
Madammeke moet echt in de gaten gehouden worden, want ze klimt en klautert overal op.
Op de poef, op de bank; staan op de bank en dan bijna achterovervallen doordat er nog een leuning aan de bank vastzit.
Gelukkig zit ze ook nog graag in de box, dus ik hoef er nog niet de hele dag achteraan te rennen.

Vanmorgen toen we Jaylinn uitlieten, waren de kleine lammetjes er, maar helaas, vanmiddag werd het weer al wat minder en waren ze lekker in hun huisje gekropen en lagen heerlijk te slapen.
Maar de paardjes stonden vandaag wel aan deze kant van de weg, dus samen, nu met Rachelle erbij, even bij de paardjes kijken.
Ja, dat is jouw tante wel toevertrouwd, die is zo gek op paarden.
Ik ben benieuwd of jij later ook wil paardrijden.
Veel meisjes vinden het leuk, dus wie weet.
Dieren zelf vind je in ieder geval wel leuk, want je hebt het grootste plezier met ze, al mag je alleen vaak maar kijken.


Vandaag was ook eindelijk het moment aangebroken waarop het woordje oma nu regelmatig klonk.
Het is er dan toch van gekomen.
Wisten we wel, hoor, dat dat zou gebeuren, maar we moesten er toch wel even op wachten.
Je begint trouwens zo wie zo lekker en gezellig te kletsen en zelfs op jouw manier te zingen.
Nu, dat doen we dan wel samen, want oma houdt heel veel van zingen.

En zo, lieve meid, hadden we weer een heel gezellig dagje samen.
Nog een laatste kus, een laatste lach, een laatste zwaai en tot de volgende keer.

maandag 6 mei 2013

God verliest ons niet uit het oog (1)

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (75)

U hebt mijn omzwervingen geteld;
doe mijn tranen in Uw kruik.
Staan zij niet in Uw register?

Psalm 56:9

Vanmorgen hadden wij weer onze maandelijkse Vrouwenbijbelstudie.
We gebruiken voor onze Bijbelstudie het boekje ‘Groeien in vertrouwen’ van Marleen Ramaker.
Het is een al wat ouder boekje, maar dat doet niets af aan de schatten die het met zich mee draagt.
(Zie: Boekinfo)

Deze keer mocht ik het voorbereiden en ik ben er gistermiddag dan ook eens goed voor gaan zitten.
Hoe verder ik in het hoofdstuk kwam, hoe meer mijn hart zich vulde met vreugde.
En toen ik klaar was, zat ik bijna op mijn stoel te wippen, zo opgewonden was ik van vreugde door de boodschap.

Dezelfde tekst heb ik er gisteravond al uit gehaald voor mijn pagina ‘Bemoedigingen voor de nacht’, maar ook vandaag moet ik er gewoon nog even op doorgaan en het ook plaatsen onder het label ‘Bedenk en onthoud’.
Want het is zo bijzonder!
Het getuigt van hoe indrukwekkend groot God is, maar er ligt ook zo’n bemoediging in.

Want het zijn niet alleen de omzwervingen van David dit God geteld heeft, maar Hij telt ook die van ons.
Elke stap die wij zetten, elke weg die wij gaan, elke traan die wij huilen, alles is bij Hem bekend!
En nog meer, Hij heeft ze zelfs opgeschreven in Zijn boek en onze tranen in een kruik gedaan.
God verliest ons niet uit het oog.

In dezelfde Psalm, vers 10, zegt David: ‘Dit weet ik: dat God met mij is.’
En dit mogen wij ook zeker weten, God is met ons, met een ieder van ons.

David schrijft deze woorden niet, terwijl het hem voor de wind gaat.
Dus we kunnen niet van hem zeggen dat hij makkelijk spreken heeft, want niets is minder waar.
Hij gaat juist door een hele moeilijke tijd heen; hij wordt van alle kanten belaagd.
Mensen vertrappen hem, benauwen hem, verminken en zoeken het kwade.
Ze loeren op zijn leven, willen hem aanvallen, bespieden hem.
En het is in deze moeilijkheden dat hij toch beseft, dat God hem ziet, bij hem is, voor hem zorgt.
Zijn vertrouwen is en blijft ondanks de omstandigheden op God.

En dit kan, omdat David God gelooft.
Hij gelooft dat God, als de eeuwige, het verleden, het heden en de toekomst overziet en alles in de hand heeft.

En zo is deze cirkel rond.
Indrukwekkend is de grootheid van God in de woorden van David en tegelijkertijd ook zo bemoedigend.
Maar het kan alleen zo bemoedigend zijn, als wij met David geloven in die grootheid van God.
Dat Hij, als de eeuwige, als de Schepper, alles in de hand heeft, alles overziet, ons niet uit het oog verliest.













Mijn wegen zijn U bekend, o God.
Waar ik ook ga of sta,
U hebt ze alle geteld en opgeschreven.

Ook mijn tranen zijn niet voor U verborgen.
U verzamelt ze en doet ze in Uw kruik;
elke traan die ik huil in heel mijn leven.

Het getuigt van Uw indrukwekkende grootheid.
Het bemoedigt mij dat U mij zo ziet.
Het geeft mij kracht, dat U mij niet zult begeven.

U bent de God op wie mijn hoop is.
U bent de God op wie ik vertrouw.
U bent de God die ik alle eer wil geven.

zaterdag 4 mei 2013

Je binnenkant versterken

Versterk je binnenkant
om de zorgen aan de buitenkant
onder ogen te kunnen zien.

Max Lucado


Een prachtig, en o zo waar, citaat uit het boekje ‘Vrees niet’ van Max Lucado.
Het is iets wat ik door de jaren heen niet alleen ben gaan inzien, maar ook in praktijk probeer te brengen.
Het is mede één van de redenen dat ik de stukjes ‘Bedenk en onthoud …’ schrijf.
Daarin ligt mijn kracht om dingen aan te kunnen, of om weer sneller op de been te zijn als het allemaal even niet lukt.

Het schrijven helpt mij daarbij.
Ik onthoud het beter en doordat ik van schrijven houd, heb ik ook ontdekt dat ik daardoor veel eerder en veel meer tijd vrijmaak om met Hem en Zijn woord bezig te zijn.
En met dat ik met Zijn woord bezig ben, breng ik tijd door met Hem.
Een stille conversatie vanuit mijn hart en mijn denken naar God vind plaats, en brengt mij op plaatsen waar ik anders niet zo gauw zou komen.

Als we zo dicht bij God blijven, onze dagelijkse omgang met Hem niet versloffen en tijd maken om samen met Hem te zijn, te bidden en Zijn woord te lezen, dan worden wij versterkt.
Onze hoop blijft bestaan, onze kracht vergaat niet en ons vertrouwen in Hem groeit.
En mochten we eens vallen, dan weten we door Zijn woord, dat Hij Zijn hand naar ons uitstrekt.
Zo kunnen we samen met Hem alles wat op ons af komt onder ogen zien en aan, omdat we weten dat Hij met ons mee gaat en alle dagen en in elke omstandigheid bij ons is.

Dit zei God, de HEER, de Heilige van Israël:
‘In rust en inkeer ligt jullie redding,
in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht.’
Maar jullie wilden niet.
Jesaja 30:15

Weet u het niet?
Hebt u het niet gehoord?
De eeuwige God, de Heere,
de Schepper van de einden der aarde,
wordt niet moe en niet afgemat.
Er is geen doorgronding van Zijn inzicht.
Psalm 147:5

Hij geeft de vermoeide kracht
en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.
Jongeren zullen moe en afgemat worden,
jonge mannen zullen zeker struikelen;
maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen,
zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden,
zij zullen snel lopen en niet afgemat worden,
zij zullen lopen en niet moe worden.
Jesaja 40:28-31

De HEERE is mijn kracht en lied,
Hij is mij tot heil geweest.
Dit is mijn God, Hem verheerlijk ik;
de God van mijn vader, Hem roem ik.
Exodus 15:2

Citaat is afkomstig uit het boek 'Vrees niet' van Max Lucado.
Zie: Boekinfo

Ps. Schrijven is misschien niet jouw ding, maar probeer eens te ontdekken wat jou zou kunnen helpen om meer tijd apart te zetten om bij Hem te zijn, te bidden, Zijn woord te lezen en te overpeinzen.
Je zult merken dat er dinbgen gaan veranderen in je leven.
Want God zegt Zelf in de Bijbel, dat Zijn woord nooit leeg zal weerkeren.

God Bless You!
Shalom!