vrijdag 8 februari 2013

Het verhaal van de Palmboom

Onze vorige voorganger gaf eens in een preek een prachtig voorbeeld van een palmboomkweker en de palmboom.
Het voorbeeld sprak mij heel erg aan.
Of het nu een verhaaltje is, of berust op een legende of waarheid, ik weet het niet, maar een waardevolle les zit er zeker in.
Van het voorbeeld dat onze voorganger gaf, heb ik een verhaal gemaakt.



De palmboom was groot en sterk.
Fier stond hij op zijn plaats; zijn bladerenkruin wapperend in de wind.
Glimlachend keek hij om zich heen.
Hij voelde zich goed.
Hij was wie hij wezen moest; zoals hij voorbestemd was te zijn.
Een grote, sterke boom, die niet zou breken of ontwortelen bij een flinke storm, zelfs niet bij orkaankracht 13.
Hij zuchtte eens diep en keek tevreden om zich heen.

Toen gingen zijn gedachten terug naar de afgelopen jaren.
Nee, het was niet allemaal vanzelf gegaan.
Groot, sterk en veerkrachtig worden kost wel wat, dat gaat niet vanzelf.
Het was heel zwaar geweest.

Als kleine pit had de kweker hem op een bepaalde diepte in de grond gestopt en zo was zijn leven begonnen.
Vanuit de diepte en donkerheid van de grond had hij zijn weg naar boven de grond, naar het licht, gevonden en van pit was hij uitgegroeid tot een mooi, klein plantje met een klein, minuscuul kelkje.
Hij voelde zich er heerlijk bij.
Zo klein als hij toen was, zo heerlijk voelde de wind aan in zijn kleine kruintje.
Ja, dit ging goed; hij groeide als kool, zoals de mensen dat zo mooi kunnen zeggen.

Maar op een dag kwam de kweker en legde iets heel zwaars op zijn kleine kruintje.
Het bleek een steentje te zijn, maar o, wat voelde dat zwaar.
Hij was bang dat hij zou bezwijken onder het gewicht van dat steentje.
Maar hij zou zich niet laten kennen.
Hij zou terug vechten.
Hij zette zich schrap en zijn worteltjes groeven zich dieper de grond in.
Hm, zie je, dat hielp.
Hoe meer zijn worteltjes zich verankerden in de grond, hoe beter hij het gewicht van het steentje kon dragen.
Het groeien ging wel niet meer zo snel, maar hij brak ook niet.

Toen werd op een dag het kleine steentje weggehaald, maar hij werd wel vervangen door een zwaarder steentje.
En zo herhaalde dit proces zich steeds.
Steeds als hij dacht, nu gaat het goed, nu ben ik er, kwam de kweker weer met een zwaardere steen.
Ondertussen groeide en groeide zijn wortels tot zeer diep in de grond.
Ja, zijn groei boven de grond werd daardoor afgeremd, maar beneden in de grond verankerden zijn wortels zich stevig.
Toen hij nog klein was, begreep hij het allemaal nog niet zo goed waarom dit moest.
Het was zwaar, het deed zeer en soms dacht hij dat hij zou bezwijken onder de last, maar toch gebeurde dat niet.
De kweker scheen precies te weten wat hij aankon.

En nu?
Nu wist hij wel beter en hij was zijn kweker dankbaar voor zijn handelen.
Het was goed geweest zoals alles was gegaan.
Zijn wortels zaten nu zo diep in de grond, dat als er stormen kwamen; ja, zelfs orkanen, dan nog zou hij niet breken of ontwortelen.
Doordat zijn wortels zo diep in de grond zaten, kon hij meebuigen in de winden van de storm.
Zijn kruin kon de grond raken, maar zelfs dan zou hij nog niet breken of ontwortelen.
Ja, de kweker had het goed gedaan.
Als hij zo hard had kunnen groeien als hij had gewild, dan was hij vroeg of laat gebroken of ontworteld.
Maar nu staat hij fier en statig.
Buigzaam en veerkrachtig.
Geworteld in vaste grond.
Ja, het was goed.
Het is goed.

Glimlachend kijkt de palmboom naar beneden,  naar de mensenstroom onder hem.
Zouden zij het ook beseffen, dat de Schepper van hemel en aarde daarom stormen, ja, soms zelfs orkanen toelaat in hun leven, zodat zij hun wortels dieper kunnen verankeren in Hem, zodat ook zij staande zullen blijven?

De palmboom wuift met zijn bladeren naar zijn Schepper, zachtjes ruisen zijn bladeren in de wind, alsof hij een klein gesprekje heeft met zijn Schepper.
Misschien zegt hij wel tegen Hem; gebruik mij maar als voorbeeld.
Laat ze maar zien hoe groot en sterk je kunt worden als je je wortels dieper en dieper verankert op de juiste plaats.

En zo staat de palmboom op zijn bestemde plaats en is hij geworden die hij voorbestemd was te zijn.
Hoor, zijn bladeren ruisen zachtjes; hij verteld heel zachtjes zijn verhaal aan jou.

3 opmerkingen: